Is de tijd rijp voor een Ministerie van Voedsel?

is_de_tijd_rijp_voor_een_ministerie_van_voedsel
Door Maud Theelen (Schuttelaar&Partners)

Wereldwijd staat ons voedselsysteem onder druk en zijn er gezondheidsproblemen door te veel of ongezonde voeding. Is het tijd voor een Ministerie van Voedsel in het nieuwe regeerakkoord? Politici gingen hierover met elkaar in discussie in het Haagse perscentrum Nieuwspoort.

Nieuwjaarsdebat

Tijdens het Nieuwjaarsdebat Voedsel kwamen politici, beleidsmakers, voedingsdeskundigen en andere geïnteresseerden bijeen in Nieuwspoort om te discussiëren over het toekomstig Nederlands voedselbeleid. Het Nieuwjaarsdebat werd georganiseerd door communicatieadviesbureau Schuttelaar & Partners, in samenwerking met Wageningen University & Research en gemeente Ede/Regio Foodvalley.

Veel politici

Nieuwspoort was tot de nok toe gevuld met vertegenwoordigers van ministeries, het bedrijfsleven en de politiek. Namens hun politieke partijen waren Eric van den Burg (VVD wethouder-Amsterdam), Tjeerd de Groot (D66), Wytske de Pater-Postma (CDA), Suzanne Kröger (GL), Rien van der Velde (PvdA), Nico Drost (CU), en Henk van Gerven (SP) aanwezig. Zij gingen in een Engelse Lagerhuissetting met elkaar in discussie.

Verplicht voedselonderwijs

Mensen moeten vooral begrijpen wat gezond voedsel is en wat niet, vinden de meeste politici. Volgens Eric van der Burg (VVD) moet daarom nadrukkelijk ingezet worden op het promoten van een gezonde levensstijl: ‘De VVD vindt dat dit door voorlichting moet gebeuren en niet met harde maatregelen zoals belastingheffingen.’ Een aantal politici is voorstander van verplicht voedselonderwijs. ‘Mensen moeten goed onderwijs krijgen over wat gezonde voeding is,’ aldus Wytske de Pater-Postma (CDA). ‘En omdat het zo’n belangrijk onderwerp is, moeten we niet schuwen om heffingen toe te passen op ongezonde voeding.’

Keuken van de Tweede Kamer

Andere politici zien meer in etikettering of een stoplichtsysteem. Vanuit de SP benadrukte Henk van Gerven het voedselveiligheidsaspect: ‘Voedsel moet allereerst op een veilige en gezonde manier geproduceerd worden. Er moet daarom meer op de kwaliteit gelet worden in plaats van de kwantiteit. Daar is harde wetgeving voor nodig.’ De stelling dat in openbare ruimtes, zoals schoolgebouwen, alleen gezonde producten aangeboden moeten worden, wordt breed ondersteund door alle politieke kleuren. Ook de keuken van de Tweede Kamer moet eraan geloven, vinden de Kamerleden, want die blinkt niet uit in het serveren van gezond voedsel.

Aandacht voor boer en natuur

De meeste partijen vinden stunten met vleesprijzen (‘kiloknallers’) onwenselijk. Sommige politici vinden dat voedsel niet onder de kostprijs verkocht mag worden. Dat de helft van de boeren arm is en een groot deel van hen er de komende jaren mee ophoudt, is  onacceptabel vinden de meeste politici. Dat vindt ook Wytske de Pater-Postma (CDA): ‘De onderhandelingspositie van de boeren moet verbeterd worden. Dat komt de voedselketen ten goede.’ Nico Drost (CU) voegde daaraan toe: ‘Een goed voedselbeleid is van belang voor de toekomst van al onze kinderen, zowel die op boerenbedrijven opgroeien als daarbuiten. Boeren moeten ook eerlijk betaald krijgen.’

Natuur-inclusief

De PvdA en GroenLinks willen de natuur meer betrekken bij het voedselbeleid. Rien van der Velde (PvdA): ‘De consument moet centraal staan en het voedselbeleid natuur-inclusief. Daar kan de landbouw een belangrijke bijdrage aan leveren’. Ook Suzanne Kröger (Groenlinks) vindt dat in de toekomst gefocust moet worden op de boeren en op een natuur-inclusief beleid.

Klimaatneutraal

Grote kansen zijn er voor boeren, volgens veel politici, maar dan moet de Nederlandse agrifoodsector wel klimaatneutraal en circulair gaan produceren. Volgens sommige aanwezigen moet het mogelijk zijn om die transitie binnen 10 jaar door te voeren. De agrarische sector zou volgens hen tot de meest concurrerende van de wereld kunnen gaan behoren. ‘Tien jaar klinkt ambitieus en ís ook ambitieus’, aldus Martin Scholten van Wageningen UR. ‘Maar het is realistisch en tevens noodzakelijk. De Nederlandse sector is innovatief genoeg.’

Circulaire economie

De overheid zou miljarden moeten investeren om de transitie naar een circulair en klimaatneutraal voedselsysteem te faciliteren. Net zoals dat nu gebeurt bij de transitie naar duurzame energie. Tjeerd de Groot (D66) vatte het als volgt samen: ‘Goed voedselbeleid draagt enorm bij aan de gezondheid en is daarom uiterst belangrijk. Circulaire voedselproductie is dé manier om in de toekomst op een duurzame en gezonde manier met voedsel om te gaan.’

Integraal voedselbeleid

Leon Meijer is als voedselwethouder bij de gemeente Ede verantwoordelijk voor een integraal voedselbeleid en deelde zijn ervaringen met de zaal. Hij pleitte voor een Ministerie van Voedsel: ‘Het is tijd voor een voedselminister die een beleid neerzet waarin verschillende belangen afgewogen en verbonden worden.’

Merendeel vóór Ministerie van Voedsel

Vijf van de zeven politici bleken voorstander te zijn van een Ministerie van Voedsel in het volgende kabinet. Voedsel is volgens alle aanwezige politici één van de grote thema’s van de nabije toekomst en moet daarom de volle aandacht krijgen van één verantwoordelijk beleidspersoon. De conclusie van het Voedseldebat: een geïntegreerd voedselbeleid moet een belangrijke plek krijgen in het regeerakkoord.

Aankondiging symposium Voedingscommunicatie

Ter gelegenheid van het afscheid van prof.dr. Gert Jan Hiddink als buitengewoon hoogleraar Voedingscommunicatie organiseert Wageningen University & Research ism de NZO een high level symposium getiteld ‘State of Nutrition Communication: understanding differences and bridging gaps. New avenues in nutrition communication’.

Het symposium gaat van start met een key-note lezing van prof. dr. Lawrence Green van de University of California op woensdagavond 8 februari. Prof.  Green laat zien wat het bestrijden van tabaksgebruik in de afgelopen decennia ons heeft geleerd. Welke lessen kunnen we nu gebruiken om de huidige gezondheidsproblemen door verkeerde voeding en leefstijl aan te pakken.

Voor donderdag 9 februari is een volledig symposiumprogramma opgesteld rondom het thema voedingscommunicatie, waarbij sprekers van Wageningen Universiteit en Radboud UMC hun visie presenteren. Zo presenteert dr. Sonja van Dillen haar onderzoek naar de leefstijladviezen gegeven door verpleegkundigen en professionals  uit de eerstelijnszorg. Dr. Laura Bouwman onderbouwt met haar onderzoek de theorie van de salutogenese en prof. dr. Emely de Vet (Strategic Communication) zet uiteen welk onderzoek kan bijdragen aan het bevorderen van voedings- en leefstijlgewoontes. Na een plenaire discussie geeft prof.dr. Hiddink zijn afscheidsrede met als onderwerp ‘Leefstijladvies in de eerstelijnszorg’.

Geïnteresseerden zijn van harte welkom om het symposium bij te wonen. Zij kunnen zich aanmelden bij Cashmira Hoogenraad, hoogenraad@nzo.nl.

Programme wednesday 8th February
Time: 20.00 – 21.30 hours
Location: Aula Wageningen University

Chairs
Prof. Peter Feindt, chair Strategic Communication WUR
Prof. Frans Kok, Emeritus Professor Human Nutrition WUR

Keynote
Prof. dr. Lawrence Green (Department of Epidemiology and Biostatistics, School of Medicine, University of California at San Francisco) will give a key-note address “Some Lessons from the Successes and Challenges of Tobacco Control for Today’s Emerging Health Behaviour Problems”.

Programme Thursday 9th February
Time: 09.30 – 15.00 hours
Location: Hof van Wageningen, Lawickse Allee 9, Wageningen

Chairs
Prof. Peter Feindt, chair Strategic Communication WUR
Prof. Frans Kok, Emeritus Professor Human Nutrition WUR

Discussants
Prof. dr. Lawrence Green
Prof. dr. Edith Feskens, Human Nutrition WUR.

09.30 – 10.00 Registration and coffee/tea

10.00 – 11.20 First cluster of 3 speakers

  • Dr. Sonja van Dillen: Content of weight, nutrition and physical activity advices provided by Dutch practice nurses and primary care physicians.
  • Dr. Laura Bouwman: Understanding healthful eating from a salutogenic perspective.
  • Dr. Geerke Duijzer: Type 2 diabetes prevention from research to practice: The SLIMMER lifestyle intervention.

Discussion of cluster 1, coming to conclusions

11.20 – 12.40 Second cluster of 2 speakers

  • Prof. dr. Chris van Weel (Chair Heelsum Collaboration on Nutrition in Primary Care; Emeritus Prof Primary Care, Radboud UMC Nijmegen; WONCA President 2007-2010): Nutrition communication research, nutrition policy and nutrition communication through health professionals to combat obesity.
  • Prof. dr. Emely de Vet (Strategic Communication WUR): What strategic communication research can deliver to help to improve our dietary habits.

Discussion of cluster 2, coming to conclusions

12.40 – 13.40 Lunch

13.40 – 14.40 Plenary discussion on Propositions of the speakers (5)

14.40 – 15.00 Tea and coffee

Workshop Voedingscentrum over volle zuivel in de Schijf van Vijf op jubileumcongres DCN

workshop-voedingscentrum-over-volle-halfvolle-of-magere-zuivel-in-de-schijf-van-vijf-op-jubileumcongres-dcn

Door Angela Severs

De Gezondheidsraad sprak zich in de Richtlijnen goede voeding niet negatief uit over volle zuivel. Toch staat volle zuivel niet in de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Op het congres van de Diëtisten Coöperatie Nederland (DCN) lichtte Astrid Postma- Smeets van het Voedingscentrum deze keuze toe in een van de workshops. Het congres vond plaats op 2 december en was ter ere van het 25-jarig bestaan van DCN.

90% geconsumeerd melk is halfvol of mager

Driekwart van alle geconsumeerde melk(producten) in Nederland is halfvol of mager. Specifiek voor melk valt 90% zelfs in de categorie halfvol of mager. Hiermee wordt de Schijf van Vijf dus al grotendeels gevolgd. De vraag is echter of je als diëtist nog ruimte hebt om in individuele gevallen volle zuivel te adviseren? Volgens dr. ir. Astrid Postma-Smeets van het Voedingscentrum kan dat wel: ‘Al is de ruimte wel beperkt omdat de voeding dan al snel meer dan 10 energie% verzadigd vet bevat.’

Gezondheidsraad: geen onderscheid in vol, halfvol of mager

In de Richtlijnen goede voeding uit 2015 maakt de Gezondheidsraad geen onderscheid tussen volle, halfvolle en magere zuivel. Er is te weinig onderbouwing voor het effect op het LDL-cholesterolgehalte van volle zuivel ten opzichte van magere en halfvolle zuivel, zo staat in het achtergronddocument over zuivel. Postma-Smeets: ‘Toch doet de Gezondheidsraad er indirect een uitspraak over bij het onderdeel over voedingspatronen. Gezonde voedingspatronen scoren hoog op onder meer halfvolle en magere zuivel en bevatten onder meer weinig volle zuivel. Verder stelt de Gezondheidsraad dat voedingsnormen vanaf 2000 gehanteerd blijven. Het advies voor maximaal 10 energie% verzadigd vet stamt uit 2001.’

Rekensom zuivel in Schijf van Vijf

Postma-Smeets rekende de aanwezigen van de workshop voor hoeveel verzadigd vet de Schijf van Vijf levert en welke ruimte overblijft voor dagkeuzes en weekkeuzes. Het Voedingscentrum heeft de grens van opname in de Schijf van Vijf voor zuivel gelegd bij halfvolle zuivel en voor kaas bij 30+-kaas. Dagkeuzes mogen maximaal 1,7 gram verzadigd vet bevatten. Volle zuivel en volvette kaas leveren meer verzadigd vet en zijn volgens het Voedingscentrum daarom weekkeuzes. De Schijf van Vijf levert in totaal 17 gram verzadigd vet voor vrouwen, terwijl ze maximaal 22 gram mogen binnenkrijgen. Voor mannen levert de Schijf van Vijf 20 gram verzadigd vet en hun maximum is 29 gram.

Weekkeuzes relatief minder impact op verzadigd vet

Postma-Smeets: ‘Er is dus ruimte, maar vooral bij vrouwen is die toch wel beperkt.’ Met maximaal 5 dagkeuzes van maximaal 1,7 gram verzadigd vet komt er nog maximaal 8,5 gram verzadigd vet bij. Bij weekkeuzes valt het mee. Een rookworst per week levert omgerekend slechts 0,4 gram verzadigd vet per dag en een stuk appeltaart 0,8 gram. Postma-Smeets: ‘Weekkeuzes hebben relatief weinig impact op het gehalte aan verzadigd vet in de voeding vergeleken met dagkeuzes.’

Dagelijks volle zuivel? Bespaar ergens anders op verzadigd vet

Wat als iemand dagelijks 2 porties volle zuivel neemt in plaats van magere of halfvolle en kiest voor volvette kaas in plaats van 30+ kaas? Postma-Smeets: ‘Met 2 porties volle zuivel krijg je 3-6 gram extra verzadigd vet binnen en met 2 plakken volvette kaas 2,5 gram extra.’ Binnen de Schijf van Vijf is het mogelijk om te besparen op verzadigd vet om ergens anders ruimte te creëren. Als voorbeelden noemde Postma-Smeets bij vlees de keuze voor kipfilet, bij noten de keuze voor amandelen en bij smeervetten de keuze voor halvarine in plaats van margarine. Dit laatste bespaart bijvoorbeeld 4 gram verzadigd vet.

Plantaardige zuivelvervangers

‘Hoe kijkt het Voedingscentrum aan tegen plantaardige zuivelvervangers?’, vroeg een van de deelnemers. Voor het Voedingscentrum is een belangrijk criterium dat plantaardige zuivelvervangers dezelfde voedingsstoffen leveren als zuivel, zoals eiwitten, calcium en vitamine B12. Postma-Smeets: ‘In dat geval kunnen ze qua nutriënten een prima vervanger zijn. Op klimaatbelasting scoren plantaardige zuivelvervangers beter, maar van zuivel weten we wel veel meer over de gezondheidseffecten. Naar de gezondheidseffecten geval kunnen ze qua nutriënten een prima vervanger zijn. Op klimaatbelasting scoren plantaardige zuivelvervangers beter, maar van zuivel weten we wel veel meer over de gezondheidseffecten. Naar de gezondheidseffecten van plantaardige zuivelvervangers is nog maar weinig onderzoek gedaan.’

Symposium ‘De centrale rol van de diëtist bij de behandeling van type 2 diabetes’

symposium_de_centrale_rol_van_de_dietist_bij_de_behandeling_van_type2_diabetes


De diëtist speelt een belangrijke rol bij de behandeling van type 2 diabetes. Maar wat vinden patiënten van de behandeling van type 2 diabetes en wat kan de diëtist volgens hen doen om een beter resultaat te behalen? Op 24 november komt de patiënt aan het woord tijdens het symposium ‘De centrale rol van de diëtist bij de behandeling van type 2 diabetes’.

Het Zuivelsymposium wordt jaarlijks door de Nederlandse Zuivel Organisatie georganiseerd en dit jaar staat type 2 diabetes en de behandeling ervan centraal. De dag begint met een presentatie van diabetesdeskundige prof.dr. Hanno Pijl. Hij zal een wetenschappelijke update geven over de achtergronden van het ontstaan van type 2 diabetes.

Invloed voedingsmiddelen

Welke invloed hebben voedingsmiddelen op het voorkomen van type 2 diabetes? Dr. Sabita Soedamah-Mutu laat tijdens het symposium zien wat de relatie is tussen de consumptie van voedingsmiddelen en type 2 diabetes. Het ochtenddeel wordt afgesloten door internist en hoogleraar Inwendige Geneeskunde prof.dr. Henk Bilo die ingaat op de effectiviteit van behandelingen van type 2 diabetes.

FAQ’s Voedingsrichtlijn diabetes

Als diëtist en lid van de Werkgroep herziening NDF richtlijnen geeft dr. Elise Kuiper een toelichting op de Voedingsrichtlijn Diabetes. Zij zal antwoord geven op vragen uit het publiek. Diëtisten en voedingswetenschappers kunnen deze dag leren wat goed gaat bij de behandeling van type 2 diabetes en wat er beter kan.

Symposium ‘De centrale rol van de diëtist bij de behandeling van type 2 diabetes’

Datum           24 november 2016
Locatie          Jaarbeurs, Utrecht
Organisatie: Nederlandse Zuivel Organisatie
Aanmelden:  www.zuivelsymposium.nl/diabetestype2

Programma

 

09.00 – 09.30

Ontvangst

 

09.30 – 09.40

Opening door dagvoorzitter Joost Hoebink

 

09.40 – 10.05

De mechanismen achter het ontstaan van type 2 diabetes en de aanpak van Voeding Leeft

Prof. dr. Hanno Pijl, Vakgroep Diabetologie, Leids Universitair Medisch Centrum, lid Gezondheidsraad

 

10.05 – 10.15

Vragen uit het publiek

 

10.15 – 10.45

Resultaten van meta-analyses naar de relatie tussen de consumptie van voedingsmiddelen en type 2 diabetes

Dr. Sabita Soedamah-Muthu, Vakgroep Humane Voeding, Wageningen UR

 

10.45 – 10.55

Vragen uit het publiek

 

10.55 – 11.25

Koffiepauze

 

11.25 – 11.50

Effectiviteit van de zorg voor mensen met type 2 diabetes

Prof. dr. Henk Bilo, Vakgroep Inwendige Geneeskunde, Universitair Medisch Centrum Groningen, Internist Isala, Zwolle

 

11.50 – 12.00

Vragen uit het publiek

 

12.00 – 12.20

Resultaten Onderzoek GFK: ‘Wat vinden diabetespatiënten van de behandeling en hoe sluit deze aan bij de individuele behoefte’

 

12.20 – 12.30

Type 2 diabetespatiënten aan het woord: waar lopen ze tegenaan en wat zijn de meest prangende vragen?

 

12.30 – 13.30

Lunch

 

13.30 – 14.00

Toelichting op de Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 en antwoord op veel gestelde vragen

Elise Kuipers, diëtist en lid Werkgroep herziening NDF richtlijnen namens de Diabetes and Nutrition Organization (DNO)

 

14.00 – 14.30

Vragen uit het publiek

 

14.30 – 15.00

Discussie met type 2 diabetespatiënten aan de hand van stellingen

 

15.00 – 15.10

Wrap-up van de dagvoorzitter

 

International Congress of Dietetics in Granada: Maak duurzaamheid onderdeel van voedingsadvies

international-congress-of-dietetics-in-granada

“Going tot sustainable eating” was het centrale thema van het International Congress of Dietetics (ICD). Dit congres werd van 7-10 september in Granada bijgewoond door ruim 1.300 diëtisten uit 42 landen. Als het aan de organisatie van ICD Granada 2016 ligt, moedigen alle diëtisten hun cliënten aan om duurzamer te gaan eten.

De afgelopen jaren is het besef ontstaan dat ons huidige eetpatroon niet duurzaam is. De voedselkeuzes die consumenten maken zijn direct van invloed op het milieu. Volgens de organisatie en verschillende sprekers zou duurzaamheid een centraal onderdeel van het werk als diëtist moeten worden. Diëtisten moeten hun kennis en expertise inzetten om duurzaam eten actief te promoten bij cliënten. Dit biedt de diëtist een extra kans om zich te profileren als een expert die gezondheid en duurzaamheid met elkaar verbindt. Duurzaamheid zou verder opgenomen moeten worden in het curriculum van diëtistenopleidingen. Volgens sommige diëtisten ligt hier ook een belangrijke taak voor de nationale diëtistenverenigingen. Er zijn veel verschillende definities in omloop. De Canadese diëtist Bernard Lavallée noemde tijdens het ICD 2016 een eenvoudige definitie, die bij veel deelnemers in de smaak viel: ‘A diet which enables the health of all humans and of the planet, forever’.

‘Practice what you preach’

Als je duurzaam eten promoot, moet je zelf het goede voorbeeld geven. Veel diëtisten pleitten voor een vegetarische voeding en ook de lunches tijdens het ICD2016 waren zonder vlees. Sommige gaan nog een stapje verder. De afslankmethode van de Amerikaanse diëtist Kate Geagan, auteur van het boek “Go green, get lean”, is veganistisch. Diëtist Pamela Fergusson met een eigen praktijk in Canada pleitte voor minimaal bewerkte producten, omdat die het minste beslag op het milieu leggen. Andere diëtisten richten zich vooral op eten van het seizoen. Hun advies is om je cliënten te inspireren via Instagram. Bijvoorbeeld door een foto te plaatsen van blauwe bessen die je zelf hebt geplukt en daar een recept bij te geven. Andere duurzame adviezen die je cliënten kunt geven zijn het drinken van kraanwater, het introduceren van “Meatless Monday” en het verwerken van restjes in leuke recepten.

Duurzaam eten is volgens de Canadese diëtist Pamela Fergusson kiezen voor:

  • Vooral plantaardig
  • Lokaal en van het seizoen
  • Minimaal bewerkt
  • Weinig weggooien
  • Doen wat je kunt

Wel of geen zuivel?

Wat vinden diëtisten de belangrijkste eerste stap op weg naar een duurzamere voeding? Diëtist Fraukje Rosier, docent aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, hield een Mentimeter-peiling onder 232 diëtisten tijdens haar presentatie. Driekwart van de diëtisten vindt het tegengaan van voedselverspilling of het minderen met vlees het belangrijkste. Slechts 1% van de diëtisten vindt het belangrijk om te minderen met zuivel.

 

 

Wagenings symposium over zuivel in een duurzaam dieet

Wie op zoek is naar een wetenschappelijke kijk op de rol van verschillende voedingsmiddelen, waaronder zuivel, in een duurzaam en gezond voedingspatroon is op 20 oktober van harte welkom bij het symposium ‘Dairy in a sustainable diet: a question of balance‘ in Wageningen.

Voor voedings- en duurzaamheidswetenschappers

Drie internationaal gerenommeerde wetenschappers geven tijdens het symposium hun visie op een goede wetenschappelijke benadering van een duurzaam en gezond dieet. Op dit gebied is nog veel onderzoek nodig. Aansluitend zet prof.dr.ir Toon van Hooijdonk voor zuivel de discussiepunten op een rij. Van Hooijdonk neemt met deze lezing afscheid als Bijzonder hoogleraar Zuivelkunde bij Wageningen University.

SHARP diets

Tijdens het symposium staat het SHARP diet centraal. SHARP is de afkorting voor voedingspatronen die Sustainable, Healthy, Affordable, Reliable (wat betreft voorraad, stabiliteit en veiligheid) en Preferable (cultureel) zijn. De sprekers geven vanuit hun eigen specialisme aan welke indicatoren van belang zijn bij onderzoek naar de balans tussen de productie van voedingsmiddelen, de voedingswaarde en de gezondheidseffecten van voedingsmiddelen.

Programma ‘Dairy in a sustainable diet: a question of balance’

13.00 – 13.30
Welcome reception

13.30- 13.45
Introduction by chair
Dr. Margarethe Jonkman, Corporate Director Research & Development, FrieslandCampina

13.45 – 14.45
Operationalizing the health aspects of sustainable diets
Prof. dr. Edith Feskens, nutrition and Health over the Lifecourse, Wageningen University

14.15 – 14.45
Balancing sustainable diets with sustainable food systems
Dr. John Ingram
Food Systems Program Leader, Environmental Change Institute, University of Oxford

14.45 – 15.15
Technology enables consumer actualization; sustainable diets?
Dr. Rolf Bos
Theme Director Nutrition and Health, TI Food and Nutrition

15.15 – 16.00
Break

16.00 – 17.00
Milk in the diet: a sharp discussion
Prof.dr.ir. Toon van Hooijdonk, Wageningen University

17.00 – 19.00
Reception

Wie zich wil aanmelden voor het symposium kan contact opnemen met Cashmira Hoogenraad van de NZO; hoogenraad@nzo.nl.

‘Dairy in a sustainable diet: a question of balance’
20 oktober 2016, 13.00 -17.00u.
Wageningen University, building Orion, 103
Bronland 1
6708 WH Wageningen

Aankondiging middagsymposium Voeding en Kanker

Op dinsdag 13 september organiseert de Landelijke Werkgroep Diëtisten Oncologie (LWDO) een middagsymposium over voeding en kanker. De LWDO presenteert een actueel programma over voeding en kanker met vier boeiende sprekers. Tijdens het symposium wordt ook de 2e editie van het Handboek Voeding bij Kanker gepresenteerd.

Belang voeding én beweging

De vier sprekers zullen de nieuwste inzichten en ontwikkelingen laten zien op het gebied van voeding en kanker. Zo gaat dr. Milou Beelen, sportarts en onderzoeker aan de Maastricht UMC+ in op het belang van voeding én beweging bij kanker. Het wordt steeds meer duidelijk dat in de behandeling van cachexie, sarcopenie en sarcopene obesitas bij patiënten met kanker, voeding en beweging niet los van elkaar kunnen worden gezien. Zonder beweging kan met voeding geen spierbehoud of –opbouw worden bereikt. Andersom is goede voeding met voldoende energie, eiwit en andere voedingsstoffen onmisbaar voor een optimaal trainingsresultaat.

Kortdurend vasten bij chemotherapie

Uit recent onderzoek blijkt dat kortdurend vasten een gunstig effect zou kunnen hebben op de werking van chemotherapie en dat dit de bijwerkingen mogelijk vermindert. Dr. Judith Kroep, internist-oncoloog aan het LUMC in Leiden, presenteert de huidige kennis en het lopend onderzoek.

Voeding in de palliatieve fase

Patiënten met een ongunstige prognose kunnen lang goed gevoed zijn, maar bij progressie van het ziekteproces heeft een volwaardige voeding geen prioriteit meer. Het voedingsadvies richt zich dan op comfort, welbevinden en het verlichten van klachten. Die veranderende rol van voeding is voor patiënt en naasten soms moeilijk te accepteren. Als kader-huisarts en arts-consulent palliatieve zorg legt drs. Carel Veldhoven uit hoe een arts of diëtist hiermee kan omgaan en wat het beleid is rondom het starten en stoppen van kunstvoeding in de palliatieve fase.

Oncologische diëtetiek

Bij de presentatie van het Handboek Voeding bij kanker zal hoofdredacteur Jeanne Vogel, oncologie diëtist in Tilburg een toelichting geven op nieuwe inzichten die meegenomen zijnin deze 2e editie. Het Handboek Voeding bij Kanker wordt na afloop van het symposium tegen gereduceerde prijs aangeboden. Prof. dr. ir. Ellen Kampman, Hoogleraar Voeding en Ziekte aan de Wageningen Universiteit en voorzitter van de LWDO zal het symposium afsluiten. Voor het symposium wordt accreditatie verleend voor diëtisten en verpleegkundigen.

voedingbijkanker

Datum: 13 september 2016, 13:30-18:00 uur
Locatie: St. Janskerk op Janskerkhof 26 in Utrecht
Kosten: € 50
Aanmelden via: www.oncologiedietisten.nl/symposium

Hoe vertaal je de nieuwe Schijf van Vijf naar een voedingsadvies voor kinderen?

De Richtlijnen goede voeding zijn vooral gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek bij volwassenen. Het Voedingscentrum legde tijdens een congres van het FrieslandCampina Institute uit hoe de richtlijnen vertaald kunnen worden naar een voedingsadvies voor kinderen.

Voedingsadvies voor kinderen

Zo’n 300 (kinder)diëtisten, jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen en voedingsconsulenten bezochten op 1 juli het congres ‘Jong geleerd is oud gedaan – Nieuwe Richtlijnen goede voeding en Schijf van Vijf’ in Corpus te Leiden. Een van de sprekers was Astrid Postma-Smeets van het Voedingscentrum. De Richtlijnen goede voeding kunnen niet zomaar worden doorgetrokken naar een voedingsadvies voor jonge kinderen. Daarom heeft het Voedingscentrum een vertaling van de voedingsnormen gemaakt voor kinderen.

Minder vlees, meer peulvruchten

Postma-Smeets: ‘Het Voedingscentrum heeft specifieke afwegingen gemaakt bij het berekenen van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden (ADH, redactie) voor kinderen. Algemeen hebben we aangehouden dat kinderen van 1-3 jaar 25% van de ADH van volwassenen nodig hebben, voor kinderen van 4-8 jaar hebben we 50% aangehouden en voor kinderen van 9-13 jaar kwamen we op 75%. Ook hebben we afwegingen gemaakt en bijvoorbeeld de oude ADH, uitkomsten van de Voedselconsumptiepeilingen, het volume van een product en de energiebehoefte van kinderen meegenomen.’ De resultaten daarvan zijn terug te vinden in bijlagen 8 en 9 van de Richtlijnen Schijf van Vijf. Het Voedingscentrum komt zo onder andere op het advies aan kinderen om minder vlees te consumeren en meer peulvruchten (wekelijks) te eten. Brenda Glas, kinderdiëtist/voedingskundige, Consultancy in Kindervoeding: ‘Kinderen van 4-8 jaar mogen bijvoorbeeld 5 keer per week een klein stukje vlees, totaal maximaal 250 gram per week. Ook 1-2 opscheplepels peulvruchten per week staat voor deze doelgroep in de Schijf van Vijf.’

Zuivel en kaas

Hoe pakt de vertaalslag uit voor zuivel en kaas? De nieuwe aanbevelingen zijn 300 gram melk(producten) per dag voor kinderen tot en met 8 jaar en 450 voor kinderen van 9 tot en met 13 jaar. Glas: ‘Voor kinderen tot en met 3 jaar geldt een calciumaanbeveling van 500 mg per dag. Met 2 keer zuivel per dag krijgen de kinderen voldoende calcium binnen. De inname volgens de Schijf van Vijf is circa 650 mg calcium, zonder kaas op het brood.’ Postma-Smeets: ‘Voor kinderen vanaf 4 jaar passen 20+ en 30+ kaas, zachte geitenkaas, mozzarella en zuivelspread binnen de Schijf van Vijf. Diverse buitenlandse kaassoorten zoals brie en blauwgeaderde kaas en ook 40+ en 48+ kazen kunnen wekelijks buiten de Schijf van Vijf gekozen worden.’ Deze producten behoren volgens het Voedingscentrum tot de weekkeuzes die, afhankelijk van de leeftijd, tot maximaal 3 keer per week genomen kunnen worden.

Dagelijkse aanbevelingen voor kinderen

Op de website van het Voedingscentrum zijn factsheets te downloaden van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden voor kinderen per leeftijdsgroep. Er is een factsheet voor kinderen van 1 t/m 8 jaar en een voor kinderen van 9 t/m 13 jaar. In onderstaande tabel zijn alle aanbevelingen voor kinderen terug te vinden per leeftijdsgroep.

Aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen voor kinderen tot 13 jaar (per dag, tenzij anders vermeld)

1-3 jaar (jongens en meisjes) 4-8 jaar (jongens en meisjes) 9-13 jaar (jongens) 9-13 jaar (meisjes)
Groente 50-100 g 100-150 g 150-200 g 150-200 g
Fruit 150 g 150 g 200 g 200 g
Brood 2-3 sneetjes 2-4 sneetjes 5-6 sneetjes 4-5 sneetjes
Graanproducten en aardappelen 1-2 opscheplepels 2-3 opscheplepels 4-5 opscheplepels 3-5 opscheplepels
Vis 50 g per week 50-60 g per week 100 g per week 100 g per week
Peulvruchten ½ opscheplepel per week 1-2 opscheplepel(s) per week 2 opscheplepels per week 2 opscheplepels per week
Vlees Max 250 g per week en 50 g per keer Max 250 g per week en 50 g per keer Max 500 g per week en 100 g per keer Max 500 g per week en 100 g per keer
Ei 1-2 per week 2-3 per week 2-3 per week 2-3 per week
Ongezouten noten 15 g 15 g 25 g 25 g
Melk(producten) 300 g 300 g 450 g 450 g
Kaas 20 g 20 g 20 g
Smeer- en bereidingsvetten 30 g 30 g 45 g 40 g
Vocht 1 liter 1-1,5 liter 1-1,5 liter 1-1,5 liter

 

 

 

NAV bij Maastricht University: over de invloed van rode bietensap op bloedvaatwanden en gunstige eiwitten voor spiersynthese

Een eiwitrijke voeding kan de eiwitsynthese in de spieren stimuleren na inspanning, maar verschilt per eiwit en het is voor obese mensen lastiger om gezonder te gaan eten dan om meer te gaan bewegen. Dat bleek uit presentaties van prof. Ronald Mensink en prof. Stef Kremers tijdens de “NAV op locatie” bij Maastricht University op 26 mei.

NAV bij Maastricht University over de invloed van rode bietensap op bloedvaatwanden en gunstige eiwitten voor spiersynthese

De Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen (NAV) organiseerde voor haar leden een ‘NAV on location’ bij Maastricht University om kennis te maken met het voedingsonderzoek in het zuiden van het land. Bij Maastricht University vindt veel onderzoek plaats waarvan de resultaten ook in de praktijk van nut zijn. Zo liet Ronald Mensink, hoogleraar moleculaire voeding aan Maastricht University, resultaten zien van onderzoek naar de eiwitsynthese in de spieren na inspanning. Die eiwitsynthese is gunstig voor spieropbouw en spierherstel. In het onderzoek kregen 12 gezonde jonge mannen na krachttraining 30 gram eiwit binnen via melk of rundvlees. Uit bloedonderzoek en spierbiopten bleek dat melkeiwit de eiwitsynthese in de spieren binnen 2 uur na de inspanning meer stimuleerde dan rundvleeseiwit. Eiwitten uit zuivel werken dus beter dan eiwitten uit rundvlees. Volgens Mensink heeft dat mogelijk te maken met een gunstigere aminozuursamenstelling.

Rode bietensap

Mensink liet ook ander onderzoek van Maastricht University de revue passeren, zoals een studie naar het effect van rode bietensap op de vaatwand. Rode bietensap staat onder sporters bekend als prestatieverhogend. Uit onderzoek aan de Maastricht University blijkt rode bietensap de vaatwanden flexibeler te maken en de bloeddruk te verlagen. Het sap bevat veel nitraat, dat in het lichaam kan worden omgezet in nitriet en stikstofmonoxide. Dit laatste zou de spieren efficiënter laten werken en de bloedvaten verwijden, zodat er meer zuurstof naar de spieren kan worden getransporteerd. Opvallend genoeg werkt rode bietensap in een recent onderzoek van Maastricht University wel bloeddrukverlagend, maar een drankje met evenveel nitraat erin niet. Mensink kan dit verschil in effect vooralsnog niet verklaren.

glas rode bietensap

Meer zittend gedrag; meer energierijk eten

Bij Maastricht University zoekt Stef Kremers, hoogleraar preventie van obesitas, onderzoek naar oplossingen voor het obesitas-probleem. ‘Obesitas is een ‘wicked problem’; een complex probleem zonder eenduidige oorzaak. Er is dus ook niet één oplossing’, benadrukte Kremers tijdens de ‘NAV on location’. Volgens Kremers werd vroeger gekeken naar het gedrag van het individu, maar krijgt tegenwoordig de invloed van de omgeving en de complete leefstijl meer aandacht. Bepaalde gedragingen blijken een sterke samenhang te vertonen, zoals dat zittend gedrag vaak samen gaat met het consumeren van een energiedichte voeding. En wie op de fiets naar het werk gaat, neemt vaak een banaan mee naar het werk.

Beweegkuur

Kremers was ook betrokken bij de “Beweegkuur”, een leefstijlinterventie die in de huisartsenpraktijk door leefstijlcoaches is uitgevoerd bij mensen met obesitas. Hij zag dat de motivatie om meer te gaan bewegen bij de deelnemers makkelijker toenam dan om gezonder te gaan eten. Het kost dus meer moeite om het voedingsgedrag te veranderen. Omdat kinderen van nature graag bewegen, denkt Kremers dat volwassenen dat plezier in bewegen weer terug kunnen halen. ‘Maar met plezier meer sla gaan eten, dat is voor de meeste mensen een heel ander verhaal’, aldus Kremers.

Diëtistendagen 2016: presentaties over de Schijf van Vijf en de eiwitaanbeveling voor ouderen

De Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD) vierde op 8 en 9 april haar 75-jarig bestaan tijdens de Diëtistendagen met een grote bijeenkomst in Noordwijkerhout. Bij elkaar konden meer dan duizend diëtisten gedurende twee dagen in twaalf programmaronden kiezen uit tientallen presentaties van collega-diëtisten.

Minister Edith Schippers

De Diëtistendagen werden geopend met felicitaties van minister Edith Schippers (VWS) Zij sprak het publiek via een videoboodschap toe en benadrukte daarin de belangrijke rol van de diëtist in de huidige obese omgeving. De vele Nederlanders die worstelen met hun gewicht en door de voedselhypes niet meer weten wat gezonde voeding is, adviseerde zij naar de diëtist te gaan voor goed en onafhankelijk advies.

minister_schippers_tijdens_dietistendagen_NVD

Parallelle sessies

Na de opening verdeelde het publiek zich over de vele parallelle presentaties die werden gegeven door collega-diëtisten. Zuivelengezondheid.nl bezocht er twee. Hieronder een kort verslag van de presentaties van dr. ir. Annette Stafleu over de nieuwe Schijf van Vijf en van dr. Jan de Vries over het belang van eiwit bij afnemende spiermassa bij ouderen.

De nieuwe Schijf van Vijf – dr.ir. Annette Stafleu

‘In de nieuwe Schijf van Vijf zijn alleen voedingsmiddelen opgenomen die gezondheidswinst leveren. De aanbevolen hoeveelheden van deze voedingsmiddelen leveren 100% van essentiële vitamines en mineralen en 85% van de energie.’ Dat vertelde dr. ir. Annette Stafleu, senior voedingskundige van het Voedingscentrum.

Zij legde uit dat er per productgroep binnen de Schijf van Vijf maximale gehaltes per 100 gram zijn opgesteld voor verzadigd vet, transvet, zout en suiker, plus minimale gehaltes voor vezels. Volle zuivel, volvette kaas en vette vleessoorten – door de Gezondheidsraad niet afgeraden – vallen toch buiten de Schijf van Vijf vanwege een hoog gehalte aan verzadigd vet. Vleeswaren zijn niet in de Schijf opgenomen, omdat de Gezondheidsraad adviseert de consumptie ervan te beperken.

Het Voedingscentrum adviseert 3-5 keer per dag iets kleins buiten de Schijf van Vijf en maximaal 3 keer per week iets groots. Een dagkeuze bevat per portie maximaal 75 kcal, 1,7 gram verzadigd vet en 0,5 gram zout. Zit er van iets meer in, dan is het automatisch een weekkeuze. Stafleu: ‘Eten volgens de Schijf van Vijf is een ideaalplaatje. Veel mensen zitten daar ver vanaf. Het hoeft niet meteen perfect: elke stap in de goede richting telt.’

Eiwitaanbeveling voor ouderen – dr. Jan de Vries

Bij het ouder worden neemt de spiermassa af. Eiwitten spelen een belangrijk rol om de functionaliteit te behouden, maar ouderen krijgen in de praktijk vaak te weinig eiwit binnen. Dat concludeerde voedingskundige dr. Jan de Vries van De Vries Nutrition Solutions.

zaal_tijdens_dietistendagen_NVD

De Vries ging in op de verhoogde behoefte aan eiwit bij ouderen. In een recente Europese review wordt per kg lichaamsgewicht per dag 1,0-1,2 gram eiwit geadviseerd als evidence-based aanbeveling, zo liet De Vries zien. Dat is hoger dan de 0,8 gram die in de Voedingsnormen van de Gezondheidsraad uit 2001 staat. Als er sprake is van ziekte, adviseert de Stuurgroep Ondervoeding zelfs 1,2-1,5 gram eiwit per kg lichaamsgewicht per dag. De Vries concludeert: ‘Voor ouderen is de eiwitinname kritisch, zeker als er sprake is van ziekte, ondervoeding of risico daarop’.

Daarnaast benadrukte de Vries dat het bij eiwitten niet alleen gaat om de totale hoeveelheid per dag, maar ook om de verdeling ervan over de dag: ‘Het advies is 25 à 30 gram eiwit per maaltijd. Uit onderzoek blijkt dat Nederlandse ouderen die hoeveelheid alleen halen bij de avondmaaltijd. De lunch levert minder en het ontbijt voldoet er absoluut niet aan.’