Nederlanders weten onvoldoende over de voedingswaarde van zuivel

Bijna iedereen in Nederland eet en drinkt zuivel en maar liefst 80% van de consumenten weet dat het onderdeel is van gezonde voeding. Maar waarom zuivel gezond is en wat de voedingsstoffen in zuivel doen voor je lichaam, is vaak niet bekend. Dat blijkt uit nieuw onderzoek.

Nederlanders beoordelen hun kennis over gezond eten met een 7,4. Dat en veel meer laat onderzoek zien onder een representatieve groep van ruim 1.500 respondenten, uitgevoerd door onderzoeksbureau Kien in opdracht van de Nederlandse Zuivel Organisatie.

“Met het cijfer 7,4 overschatten we onze kennis”, zegt Stephan Peters, manager voeding, gezondheid en duurzaamheid bij NZO. “Veel mensen weten wel dat zuivel een groot deel van de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid aan calcium levert. Maar de meesten hebben geen antwoord op vragen over wat voedingsstoffen zoals calcium, vitamine B2 en B12 voor je lichaam doen. Zo weet minder dan 40% dat vitamine B12 bijdraagt aan een goede werking van het zenuwstelsel. Ook denkt de helft van de consumenten dat er geen verschil zit in de voedingswaarde van plantaardige dranken zoals soja-, haver- en rijstdrank.”

We komen niet aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid zuivel
De Gezondheidsraad raadt aan om 2 à 3 porties melk of yoghurt en 2 plakken kaas per dag te nemen. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid zuivel verschilt per leeftijdsgroep en varieert van ongeveer 400 tot 600 gram zuivel per dag. De Voedselconsumptiepeiling van RIVM laat zien dat we in Nederland gemiddeld 329 gram zuivel eten en drinken, inclusief zuivelproducten die niet in de Schijf van Vijf staan. We komen dus gemiddeld niet aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid zuivel.

“Dit gat is te groot”, vindt Stephan Peters. “Want hoewel er veel manieren zijn om aan voldoende voedingsstoffen te komen, is zuivel een makkelijke en snelle manier om de voedingsstoffen die je nodig hebt binnen te krijgen. Onder andere voor botten en spieren en voor een goede werking van het zenuwstelsel. Zuivel bevat veel voedingsstoffen die veel voor je lijf doen. Helaas weet niet iedereen dat. Het is dus belangrijk om de kennis over de voedingswaarde van zuivel op te krikken.”

Zuivel bevat van nature veel voedingsstoffen
Zuivel is een belangrijke leverancier van calcium. Bij vrouwen tussen 19 en 50 jaar levert zuivel 84% van de dagelijks aanbevolen hoeveelheid calcium, ongeveer 800 milligram, wanneer ze eten volgens de Schijf van Vijf. Een glas halfvolle melk van 150 ml levert 185 milligram calcium. Dit staat gelijk aan de hoeveelheid calcium in 559 gram broccoli, 219 gram spinazie of 148 gram Chinese kool. “Het is belangrijk om te beseffen dat producten flink kunnen verschillen in voedingswaarde”, zegt Stephan Peters. “Zuivel bevat van nature veel voedingsstoffen die we nodig hebben om gezond te blijven, zoals eiwit, calcium, vitamine B12 en B2. Melk, yoghurt en kaas zijn niet eenvoudig één op één te vervangen door een ander product.”

Wie geen zuivel kan of wil consumeren, moet goed opletten of zij de benodigde voedingstoffen wel binnenkrijgen. Niet iedereen is zich hiervan bewust. Zo weet ongeveer 42% van de Nederlanders niet dat het voor je gezondheid uitmaakt welke plantaardige drank je neemt. Dat sojadrank verrijkt met calcium en vitamine B12 de enige plantaardige drank in de Schijf van Vijf is, weet slechts 14%.

Hoeveelheid voedingsstoffen per glas (150ml)

Is deze tabel slecht leesbaar? Klik hier om de tabel te vergroten.

Belangrijkste resultaten onderzoek ‘Zuivelkennis van Nederland’

  • Zuivel staat in de top 3 van de meest gegeten en gedronken producten, net zoals groente & fruit en granen. Nederlanders in het noorden van het land en 60-plussers nemen vaker dagelijks zuivel.
  • Wat is zuivel? Meer dan 93% weet dat yoghurt, karnemelk, koemelk, kwark en kaas zuivelproducten zijn. Margarine, halvarine en eieren worden het vaakst foutief aangewezen als zuivelproduct (57%, 56% en 36%).
  • Het is bij acht op de tien Nederlanders bekend dat zuivel een belangrijk onderdeel is van een gezond voedingspatroon. Zeven op de tien weten dat het bewezen is dat melk en yoghurt goed voor je zijn.
  • Bijna negen op de tien weten dat zuivel kan helpen bij het versterken van je botten.
  • 85% van de ouders weet dat zuivel goed is voor de ontwikkeling en groei van hun kind.
  • 81% van de ouders vindt het belangrijk dat hun kind(eren) zuivel eten en/of drinken.
  • Eén op de zes ouders geeft zijn/haar kind(eren) liever plantaardige dranken dan zuivel.
  • Bijna de helft van de Nederlanders weet niet dat de voedingswaarde van diverse plantaardige dranken onderling verschillen.
  • Wie geen zuivel consumeert, kan een tekort aan calcium krijgen. Dit weten zeven op de tien Nederlanders.
  • Wie geen zuivel consumeert kan een tekort aan vitamine B12 krijgen. Dit weet 18% van de Nederlanders.
  • Wie geen zuivel consumeert kan een tekort aan vitamine B2 krijgen. Dit weet 13% van de Nederlanders.

Het publieksonderzoek ‘Zuivelkennis van Nederland’ werd tussen 9 en 15 januari 2024 uitgevoerd onder een representatieve groep van 1.511 Nederlanders door onderzoeksbureau Kien in opdracht van NZO.

Nieuwsgierig naar het onderzoek?
De onderzoeksresultaten zijn samen met informatie over de zuivelaanbevelingen en de voedingswaarde van zuivel overzichtelijk gebundeld in een whitepaper en een infographic voor gezondheidsprofessionals:

Whitepaper ‘Kennis over de voedingswaarde van zuivel en de aanbevelingen’
Infographic ‘Wat weet Nederland over de voedingswaarde van zuivel?’
Flyer (printversie infographic) ‘Wat weet Nederland over de voedingswaarde van zuivel’

We eten meer groenten, minder vlees en minder zuivel 

Van de Voedselconsumptiepeiling, de VCP 2019-2021, publiceerde het RIVM dit jaar de eerste resultaten. We zijn meer groenten, minder rood en bewerkt vlees en minder zuivel gaan eten ten opzichte van eerdere VCP’s. Wat vertelt de nieuwe consumptiepeiling ons nog meer?   

Tekst: Jacco Gerritsen MSc (NZO)   

Met de VCP laat het RIVM zien wat, waar en wanneer Nederlanders in de leeftijdsgroep 1 tot en met 79 jaar in Nederland eten. Het RIVM maakte daarvoor gebruik van een groep van ongeveer 3500 kinderen en volwassenen. Deze resultaten koppelt het RIVM aan de richtlijnen van de Gezondheidsraad om inzicht te krijgen in de mate waarin Nederlanders de Richtlijnen Goede Voeding volgen.  

Voor de VCP 2019-2021 is dezelfde leeftijdsgroep gehanteerd als de vorige VCP (2012–2016). Dat verschilt met de VCP 2007-2010 en voor 2007, omdat destijds is gekeken naar de leeftijdsgroep 7 tot en met 69 jaar. Vergelijkingen over een langere termijn kunnen dus alleen worden gedaan voor de groep tussen 7 en 69 jaar. 

Figuur 1. Dagelijks inname van voedingsmiddelengroepen uit de Richtlijnen Goede Voeding volgens de VCP 2007-2010, VCP 2012-2016 en VCP 2019-2021.

Toename groenten

Waar in 2007-2010 de Nederlander gemiddeld 128 gram groenten per dag at, was dit in 2012-2016 135 gram en is het in 2019-2021 wederom gestegen, naar 163 gram. Aan de richtlijn van 250 gram groente per dag voldoet in de nieuwe VCP 29% van de Nederlandse bevolking. Ook de consumptie van fruit is gestegen van respectievelijk 103 gram naar 117 gram en 129 gram per dag. Dit is nog steeds onder de aanbeveling van 200 gram.

Bijna 30% voldoet aan de richtlijn groente

Verschil richtlijn en aanbeveling

De richtlijn van de Gezondheidsraad is “Eet dagelijks ten minste 200 gram groente en ten minste 200 gram fruit” terwijl de aanbeveling van het Voedingscentrum is: 250 gram groente per dag. Dat de aanbeveling in de Schijf van Vijf verschilt van de richtlijn is vanwege de naar leeftijd en geslacht benodigde hoeveelheid energie en voedingsstoffen. Voor de VCP 2019-2021 zijn de Nederlandse consumptiecijfers vergeleken met de Richtlijnen van de Gezondheidsraad, en dus niet met de aanbevelingen in de Schijf van Vijf.

Noten en zaden: meer dan 50% gestegen

Ten opzichte van 2012-2016 is de inname van ongezouten noten en zaden met meer dan 50% gestegen. Er wordt nu gemiddeld 5 gram per dag gegeten en 11% van de volwassenen tussen 18 en 69 jaar volgt het advies uit 2015 van 15 gram op.

Meer peulvruchten

Nederlanders eten bijna twee dagen per week peulvruchten zoals lang houdbare erwten en bonen, zoals spliterwten, groene erwten en kikkererwten, bruine bonen, sojabonen en kapucijners. Hiermee wordt aan de norm van wekelijkse consumptie van peulvruchten voldaan. Gemiddeld eten mannen per dag 9 gram en vrouwen 5 gram peulvruchten.


Tabel 1. Zuivelconsumptie per dag volgens de VCP 2012-2016 (gram)


Tabel 2. Zuivelconsumptie per dag volgens de VCP 2019-2021 (gram)

Daling zuivel

Na een eerdere daling van de consumptie van zuivelproducten tussen 2007-2010 en 2012-2016 van 10% (van 366 gram naar 346 gram) is de consumptie volgens de laatste peiling met 5% verminderd (=333 gram, waarvan 35 gram kaas) ten opzichte van 2012-2016. Dit is inclusief de plantaardige producten die zich positioneren als ‘alternatief’ voor zuivel. In de Richtlijnen van 2015 adviseerde de Gezondheidsraad om de inname op hetzelfde niveau te houden: 300-450 ml melkproducten (halfvol of mager) en 40 gram kaas (max. 30+) per dag.

Rood en bewerkt vlees

De Gezondheidsraad adviseert om de inname van rood en bewerkt vlees te beperken. Tussen 2007-2010 en 2012-2016 nam de consumptie van rood en bewerkt vlees met bijna 10% af. Tussen 2012-2016 en 2019-2021 at de gemiddelde Nederlandse volwassene 12% minder rood en bewerkt vlees. De consumptie bedraagt nu 73 gram per dag.

Suikerhoudende dranken

Ten opzichte van 2007-2010 drinkt men nu eenderde minder suikerhoudende dranken. In de periode 2007-2010 was dit 363 gram per dag, waarna dit steeg naar 382 gram. In de huidige peiling is de inname wederom gedaald naar 240 gram. Tegelijk wordt er meer thee gedronken. Het advies in de Richtlijnen Goede Voeding is om dagelijks 3 koppen thee (=375 ml) te drinken. Hier wordt nog niet aan voldaan, maar de consumptie van thee is wel van 190 gram naar 237 gram en nu 242 gram gestegen.


Tabel 3. Toe- en afname zuivelconsumptie tussen VCP 2012-2016 en VCP 2019-2021 (%)

De inname van melkdranken is het meest afgenomen bij vrouwen

Consumptie zuivel

In de periode 2019-2021 consumeerden Nederlanders tussen 1 en 79 jaar gemiddeld 332 gram zuivel per dag. Hier bestaat zuivel uit melk en (gefermenteerde) melkdranken, yoghurt, kwark, kaas en toetjes op basis van melk. Mannen consumeerden meer zuivel dan vrouwen (360 gram om 304 gram). Voor zowel mannen als vrouwen geldt dat melk en melkdranken de grootste bijdrage leverden aan de inname, gevolgd door yoghurt en gefermenteerde melk(dranken).

Ten opzichte van de vorige VCP zijn er minder (gefermenteerde) melk(dranken) en toetjes op basis van melk geconsumeerd. Deze inname is het meest afgenomen bij vrouwen, met name in de leeftijdsgroep 18 en 79 jaar. Hier tegenover staat een sterk verhoogde inname van yoghurt en kaas bij alle leeftijdscategorieen. Deelnemers consumeerden 51% meer yoghurt en 72% meer kwark. Deze toename vindt vooral plaats in de leeftijdscategorie 18-79 jaar.

Inname voedingsstoffen

Later dit jaar publiceert het RIVM de resultaten uit de VCP over energie en voedingsstoffen. Wanneer ook deze bekend zijn, kan een beeld worden geschetst van de bijdrage die zuivel levert aan de inname van voedingsstoffen.

Referenties

  1. VCP 2019-2021: Wat eet en drinkt Nederland? | Wat eet Nederland
  2. VCP 2012-2016, 1-79 jaar | RIVM
  3. VCP 2007-2010, 7-69 jaar | RIVM

Vitamine B12: welke voedingsbron beschermt beter tegen een tekort?

Een tekort aan vitamine B12 komt relatief vaak voor bij ouderen. Een nieuwe Canadese studie1 geeft meer inzicht in het verschil in de biobeschikbaarheid en opname van vitamine B12 uit vlees, zuivel of vis en schaaldieren. Welke voedingsbron beschermt het beste tegen een vitamine B12-tekort?

Tekst: Rob van Berkel

Vitamine B12 is essentieel voor het goed functioneren van ons lichaam. We hebben vitamine B12 onder andere nodig voor de vorming van rode bloedcellen – noodzakelijk voor het zuurstoftransport – en voor een goede werking van het zenuwstelsel. De aanbevolen hoeveelheid vitamine B12 voor volwassenen is 2,8 μg/dag, bij vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven is dat respectievelijk 3,3 en 3,8 μg/dag. Vitamine B12 zit van nature alleen in dierlijke producten zoals vlees, gevogelte, vis, zuivel en eieren (Tabel 1: hoeveelheid vitamine B12 per portie).

Tabel 1: Overzicht van de hoeveelheid vitamine B12 per portie van een aantal producten. 

Voldoende vitamine B12 binnenkrijgen, is met name een zorg bij veganisten en ouderen. Om een tekort aan vitamine B12 te voorkomen krijgen veganisten altijd het advies om een supplement met vitamine B12 te nemen of producten waaraan vitamine B12 is toegevoegd. Bij ouderen komt een tekort aan vitamine B12 relatief vaak voor. Dit kan bij ouderen voor verschillende gezondheidsproblemen zorgen, waaronder cognitieve achteruitgang. Het is belangrijk dat bij voedingsadviezen aan ouderen aandacht wordt besteed aan voeding met voldoende vitamine B12.

Naar schatting 10 tot 35% van de ouderen heeft een tekort aan vitamine B12

Aanleiding onderzoek

Naar schatting 10 tot 35% van de ouderen heeft een tekort aan vitamine B12.2 Een lage inname kan de oorzaak zijn, maar bij ouderen is het ook mogelijk dat vitamine B12 niet goed uit de voeding wordt opgenomen. Dit kan leiden tot neurologische problemen zoals cognitieve achteruitgang (geheugenverlies), gevoelsstoornis en stemmingswisselingen. Ook coördinatieproblemen en spierzwakte kunnen het gevolg zijn. Omdat bekend is dat er bij dierlijke producten een verschil is in de biobeschikbaarheid van vitamine B12, hebben onderzoekers in de Quebec Longitudinal Study on Nutrition and Successful Aging (NuAge) het verband onderzocht tussen de inname van vitamine B12 uit verschillende voedselgroepen en het risico op een vitamine B12-tekort.

Aanpak

In deze studie zijn 1.753 ouderen (67-84 jaar) uit Quebec, Canada, 4 jaar lang gevolgd. Ieder jaar werd met behulp van 3 niet-opeenvolgende 24 uur-recalls de voeding nagevraagd. Vervolgens is de totale inname van vitamine B12 uit de voeding en de inname per voedselgroep in 3-5 innameniveaus (categorieën) verdeeld. De volgende groepen zijn daardoor ontstaan:

  • Totale vitamine B12-inname
  • Vitamine B12-inname uit zuivel
  • Vitamine B12-inname uit vlees (vlees, gevogelte, orgaanvlees)
  • Vitamine B12-inname uit vis en schaaldieren

Er is geen gouden standaard om de vitamine B12-status te meten. Bij dit onderzoek hebben de onderzoekers daarom twee biomarkers gebruikt:

  • Het totaal vitamine B12 in serum (pmol/l)
  • De verhouding MMA/creatinine in urine (μmol/mmol)

Methylmalonzuur (MMA) is een metaboliet dat zich ophoopt bij een vitamine B12-tekort. Bij ouderen weten we dat de verhouding MMA/creatinine sterk correleert met serum MMA en serum vitamine B12. Bij een combinatie van een laag serum vitamine B12 (<221 pmol/l) en een verhoogde verhouding MMA/creatinine (>2 μmol/mmol) wordt gesproken van een vitamine B12-tekort.

Onderzoeksuitkomsten

Voor respectievelijk vrouwen en mannen van 71 jaar en ouder was de mediane inname van vitamine B12 2,9 μg/dag en 4,0 μg/dag. Zuivel en vlees waren de belangrijkste bronnen van vitamine B12 (tabel 2). Van alle ouderen had:

  • 21,8-32,5% een laag serum vitamine B12 (<221 pmol/l)
  • 12,5–17,0% een verhoogde verhouding MMA/creatinine (>2 μmol/mmol).
  • 10,1-12,7% een vitamine B12-tekort

Tabel 2: Laagste en hoogste inname-categorie van vitamine B12, totaal en per voedselgroep.  (Vlees = vlees, gevogelte en orgaanvlees). 

In alle modellen was een hogere inname van vitamine B12 uit zuivel (circa 2-3 porties per dag) consistent en op een dosisafhankelijke manier geassocieerd (tabel 3) met een lager risico op:
a) een laag serum vitamine B12
b) een verhoogde verhouding MMA/creatinine
c) een vitamine B12-tekort

Tabel 3: Verband tussen de inname van vitamine B12 uit voeding (totaal) en uit specifieke voedselgroepen (hoogste versus laagste categorie van inname) en het risico op verschillende maten voor een vitamine B12-tekort. * significant verschil (p<0,05). (Vlees = vlees, gevogelte en orgaanvlees). 

Bij vleesproducten werd geen associatie gevonden met een laag risico op een van de drie. Bij vis en schaaldieren werd alleen een verband gevonden met een laag serum vitamine B12 (<185 pmol/l). Volgens deze resultaten beschermt zuivel als productgroep beter tegen een vitamine B12-tekort dan vlees en vis.

Mogelijke verklaring

De auteurs noemen verschillende verklaringen voor het ontbreken van een verband tussen vlees en een lager risico op een vitamine B12 tekort en het feit dat dat verband er wel is bij zuivel. Er zijn aanwijzingen dat vitamine B12 in melk een hoge biobeschikbaarheid heeft. Daarnaast blijft vitamine B12 in zuivel stabiel bij hoge temperaturen (pasteuriseren) en tijdens het bewaren. Het is ook mogelijk dat calciumionen in zuivel die pasteurisatie overleven, helpen bij de opname van vitamine B12. Voor vlees zijn er aanwijzingen dat van vitamine B12 bij verhitting een aanzienlijk deel (≤60%) verloren gaat.3,4

Conclusie

In deze studie werd gevonden dat een hoge inname van vitamine B12 uit zuivel (2-3 porties/dag) beter dan bij vlees of vis beschermt tegen een laag serum vitamine B12, een verhoogde MMA/creatinine verhouding. Bij vlees werd geen verband gevonden en bij vis alleen een verband met een laag serum vitamine B12.

REFERENTIES

1. Huang HH, Cohen AA, Gaudreau P, Auray-Blais C, Allard D, Boutin M, Reid I, Turcot V, Presse N. Vitamin B-12 Intake from Dairy But Not Meat is Associated with Decreased Risk of Low Vitamin B-12 Status and Deficiency in Older Adults from Quebec, Canada. J Nutr. 2022 Jun 23:nxac143

2. Green R, Allen LH, Bjørke-Monsen AL, Brito A, Guéant JL, Miller JW, Molloy AM, Nexo E, Stabler S, Toh BH, Ueland PM, Yajnik C. Vitamin B12 deficiency. Nat Rev Dis Primers. 2017 Jun 29;3:17040.

3. Watanabe F, Yabuta Y, Tanioka Y, Bito T. Biologically active vitamin B12 compounds in foods for preventing deficiency among vegetarians and elderly subjects. J Agric Food Chem 2013;61(28): 6769–75.

4. Ortigues-Marty I, Micol D, Prache S, Dozias D, Girard CL. Nutritional value of meat: the influence of nutrition and physical activity on vitamin B12 concentrations in ruminant tissues. Reprod Nutr Dev 2005;45(4):453–67.

‘Wij arme mensen lopen vooral vast op de vaste lasten’

Veel mensen in Nederland leven in armoede. Het onderwerp staat hoog op de agenda bij politici en beleidsmakers. Maar mensen die in armoede leven, vinden dat er vooral óver en niet mét hen wordt gepraat. Daarom komen zij hier aan het woord om te vertellen hoe het is om te leven met weinig geld, waar ze tegenaan lopen, wat ze eten en welke maatregelen wel en niet helpen.

Voor mensen met gebrek aan geld is gezond leven moeilijk. Zij hebben veel stress en zorgen, en schaamte en wantrouwen vormen een drempel om hulp te zoeken. Liesbeth Oerlemans interviewde vijf van hen, waaronder Marion (58) uit Utrecht. 

Interview: Liesbeth Oerlemans 

Marion woont alleen in Utrecht. Haar kinderen zijn uit huis en wonen in de buurt. Marion is opgeleid als socioloog, maar wilde voor haar kinderen zorgen toen ze klein waren. Daarna was het lastig om werk te vinden. Uiteindelijk vond ze werk bij een buurthuis. Sinds die baan is wegbezuinigd, zit Marion in de bijstand.

‘Ik ben ook een slachtoffer van de toeslagenaffaire, niet van de kindertoeslag maar de huurtoeslag. De schuldenproblematiek is vooral door de overheid veroorzaakt. Door de omgekeerde bewijslast is het zo goed als onmogelijk om onterechte beslissingen terug te draaien. Uiteindelijk heb ik gelijk gekregen, maar het heeft me heel veel energie gekost en ik ben er af en toe depressief door.’

‘Ik heb nooit genoeg geld en moet overal op besparen. Op kleding, de kapper maar ook de bus. Maar je moet eten, dus ik zorg dat ik daar voldoende geld voor overhoud. Ik hou van koken en ik ben ook handig geworden in lekker koken met weinig geld. Ik ga naar een goedkope supermarkt en kies altijd groente die in de reclame is en vlees dat is afgeprijsd. Niet dat ik veel vlees eet. Maar als je een half onsje spek kruimelig bakt, geeft dat je pastasaus net wat meer smaak.’

‘Toen de nieuwe Schijf van Vijf werd gepubliceerd een paar jaar geleden, heb ik ernaar gekeken. Ik las dat je elke dag een handje noten moet eten. Lijkt me lekker, maar dat is heel duur. Het Voedingscentrum mag van mij wat meer teruggaan naar de basis en naar seizoenproducten. Dat is financieel voor iedereen haalbaar. Ik heb wel wat tips voor ze, hoe je al die hippe zooi goedkoop kan vervangen’.

‘Als een btw-verlaging op groente 10 euro per maand op gaat leveren, zorgt dat bij mij niet voor betere voedingskeuzes. Wij arme mensen lopen vooral vast op de vaste lasten. En dat gaat om veel meer geld.’

‘Gefrituurd eten is vaak wel goedkoper dan een gezonde maaltijd’

Veel mensen in Nederland leven in armoede. Het onderwerp staat hoog op de agenda bij politici en beleidsmakers. Maar mensen die in armoede leven, vinden dat er vooral óver en niet mét hen wordt gepraat. Daarom komen zij hier aan het woord om te vertellen hoe het is om te leven met weinig geld, waar ze tegenaan lopen, wat ze eten en welke maatregelen wel en niet helpen.

Voor mensen met gebrek aan geld is gezond leven moeilijk. Zij hebben veel stress en zorgen, en schaamte en wantrouwen vormen een drempel om hulp te zoeken. Liesbeth Oerlemans interviewde vijf van hen, waaronder Renny (65) die met zijn vrouw in een Twents dorpje woont.

Interview: Liesbeth Oerlemans | Fotografie: Michel Campfens

Renny zat in de commerciële buitendienst, maar kwam door een reorganisatie op straat te staan. Met 56 jaar bleek het niet eenvoudig te zijn om nieuw werk te vinden. Toen hij in de bijstand terechtkwam, kon hij zijn financiële verplichtingen niet meer voldoen. Hij belandde in een driejarig schuldhulpverleningstraject. Nu zijn ze schuldenvrij en passen hun uitgaven bij het lagere inkomen. Renny werkt 24 uur per week in de commerciële binnendienst en is vrijwilliger bij de Voedselbank.

‘Heb je het tv-programma ‘Beter!’ van Antoinette Hertsenberg gezien? Daar zag je hoe je omgeving bepaalt welke keuzes je maakt. Een man in een rolstoel at een patatje en dronk een biertje. Dat was in die wijk de gewoonte, om toch nog wat plezier te hebben in het leven. Onze wijk is anders en dat helpt wel. Wij eten gezond, ook tijdens het schuldhulpverleningstraject. Gewoon een beetje logisch verstand. Niet te vaak friet en uiteraard variëren.’

‘We hebben onze inkomsten en uitgaven in een overzicht staan. Tijdens het schuldhulptraject hadden we met z’n tweeën 80 euro per week voor alles: eten, toiletartikelen en kleding. Dat was krap, maar het ging wel. Nu is ons wekelijkse budget 90 euro voor eten en drinken. Daarmee kunnen we ook af en toe een keer uit eten.’

‘Ik hoef geen advies over gezond eten. Dat lukt wel met logisch verstand. Als coördinator inpakken bij de Voedselbank kijk ik af en toe op de site van het Voedingscentrum voor informatie over voedselveiligheid. Mensen die bij de Voedselbank komen, zijn trouwens meer bezig met overleven dan met hoe je gezond moet eten. En gefrituurd eten is vaak wel goedkoper dan een gezonde maaltijd. Voor alleenstaanden zou het helpen als mensen samen zouden koken en eten.’

‘Een btw-verlaging op groenten die 10 euro per maand oplevert? Dat zal weinig helpen, want als je bezig bent met overleven, mis je die 10 euro op andere vlakken. Ik las deze week dat de Tweede Kamer wil dat supermarkten stoppen met prijsstunten met groente, fruit, zuivel en vlees. Misschien logisch, maar dan wordt alles nóg duurder.’

‘Vers is te duur voor ons’

Veel mensen in Nederland leven in armoede. Het onderwerp staat hoog op de agenda bij politici en beleidsmakers. Maar mensen die in armoede leven, vinden dat er vooral óver en niet mét hen wordt gepraat. Daarom komen zij hier aan het woord om te vertellen hoe het is om te leven met weinig geld, waar ze tegenaan lopen, wat ze eten en welke maatregelen wel en niet helpen.

Voor mensen met gebrek aan geld is gezond leven moeilijk. Zij hebben veel stress en zorgen, en schaamte en wantrouwen vormen een drempel om hulp te zoeken. Liesbeth Oerlemans interviewde vijf van hen, waaronder Paula(53) die met haar man en zoon (15) in Zwolle woont.

Tien jaar geleden kreeg Paula drie keer achter elkaar een herseninfarct. Sindsdien kan ze niet meer werken en ontvangt ze een WIA-uitkering. (Op verzoek van de geïnterviewde is de naam Paula gefingeerd)

Interview: Liesbeth Oerlemans 

‘Ik had een goede baan achter de lopende band. Maar door m’n herseninfarct heb ik een slechte coördinatie in m’n arm en ging dat niet meer. Om mijn balans te verbeteren, sport ik nu vier dagen per week. Op vrijdag ga ik gezellig koffiedrinken in het buurtcafé en keer per maand eet ik er met m’n man. Dat is goedkoop. Soms spreken we af dat we allemaal iets meenemen en eten we daar samen.’

‘Vroeger deed ik de geldzaken, maar dat lukt niet meer. Mijn man vindt het ook lastig. Zo ontstonden er schulden. Gelukkig hebben we die niet meer en helpt een bewindvoerder ons. Per week hebben we 140 euro voor alles wat we nodig hebben. Dat is te veel om eten van de Voedselbank te krijgen.’

‘Als ontbijt en lunch eet ik bruinbrood met boterhamworst of ham. Altijd met een augurk, want dat vind ik lekker. Mijn man let op aanbiedingen en kookt meestal. Bij de warme maaltijd eten we meestal groente uit een pot of diepvriesgroente. Vers is te duur voor ons. Verder eten we appels en bananen. We hebben weinig snoep in huis, maar wel een trommel met speculaasjes. Die is na een week op.’

‘Ik ben minstens dertig kilo te zwaar, maar ik wil niet meer naar een diëtist. Dat was zo’n heel magere vrouw, die alles beter wist en van wie niets mocht. Mijn man gaat wel naar een diëtist. Daar heb ik ook wat aan. Nu eten we bijvoorbeeld niet meer elke dag chips, maar alleen op woensdag.’

‘Je moet roeien met de riemen die je hebt’

Veel mensen in Nederland leven in armoede. Het onderwerp staat hoog op de agenda bij politici en beleidsmakers. Maar mensen die in armoede leven, vinden dat er vooral óver en niet mét hen wordt gepraat. Daarom komen zij hier aan het woord om te vertellen hoe het is om te leven met weinig geld, waar ze tegenaan lopen, wat ze eten en welke maatregelen wel en niet helpen.

Voor mensen met gebrek aan geld is gezond leven moeilijk. Zij hebben veel stress en zorgen, en schaamte en wantrouwen vormen een drempel om hulp te zoeken. Liesbeth Oerlemans interviewde vijf van hen, waaronder Daniëlle (38) die alleen woont met haar zoontje van vijf jaar oud. Door een fysieke beperking heeft ze een Wajong-uitkering. Voor haar kind ontvangt ze alimentatie. (Op verzoek van de geïnterviewde is de naam Daniëlle gefingeerd)

Interview: Liesbeth Oerlemans

‘Sinds alles steeds duurder wordt, heb ik een overzicht gemaakt van m’n inkomsten en uitgaven. Dat is wel handig. Een klein aantal maanden redde ik het niet en kreeg ik een paar weken lang een voedselpakket met groente, fruit, aardappelen, vlees, soms sap. Wel gezond, maar volgens mijn voedingscoach is koolhydraatarm eten beter voor mij. Maar dat kan ik niet betalen. En ik was zo blij met die pakketten, dat ik daar niet moeilijk over wil doen. Ik kies zoveel mogelijk voor gezond eten, maar je moet roeien met de riemen die je hebt. En ja, ongezonder eten is vaak goedkoper.’

‘Ik hou van koken en ik vind het belangrijk dat mijn zoontje en ik het lekker vinden. Ik let niet alleen op mijn budget. Vroeger maakte ik altijd een weekmenu, maar nu kijk ik welke groente in de aanbieding is. Als de wortelen, bloemkool, boerenkool, sperziebonen of broccoli 10 cent goedkoper is, neem ik die. Af en toe koop ik iets lekkers. Maar sfeer kun je ook maken met een creatief gedekte tafel. M’n zoontje vindt dat ook leuk.’

‘Ik hou vooral van basic eten, gewoon de Hollandse pot. Nee, ik kijk nooit op Voedingscentrum.nl voor tips. Daar staan vast van die ongebruikelijke recepten met hippe snufjes voor dit en dat sausje. Veel te duur. Ik hoorde iets over een mogelijke btw-verlaging op groente en fruit. Als dat 10 euro per maand scheelt, zou dat fijn zijn. Dan kan ik vaker een borrelplank maken met groenten, worst en kaas. Dat vindt mijn zoontje heerlijk.’

Was het wel keto?

Lezers reageerden op het vetverrijkte keto-experiment van Yneke Kootstra en Marie Louise Schipper. Drie weken lang aten ze dagelijks een beperkte hoeveelheid koolhydraten (max 40 g) en 1000 calorieën extra aan vet. Hieronder twee reacties die ingekort verschenen in Voeding Magazine (verschijningsdatum 26 juni).

Yvo Sijpkens, internist en medisch adviseur stichting Je Leefstijl Als Medicijn:

‘Yneke Kootstra en Marie Louise Schipper hebben aan den lijve ervaren dat hun keto-experiment tot hun eigen verrassing goed uitpakt. Beide vrouwen beperkten gedurende 3 weken de dagelijks koolhydraatinname tot minder dan 40 g per dag en verhoogde hun vetinname met ca 1000 calorieën per dag. Yneke (65 kg) ervoer zowel mentaal als fysiek verbetering met vooral een afname van haar migraine. Bij Marie Louise (97 kg) leidde het nieuwe voedingspatroon tot ‘intermittend fasting’ met afname van honger, gewicht en triglyceridengehalte. Vanwege de positieve ervaring willen zij de nieuwe manier van lekker eten voortzetten.’

Wat is de verklaring voor de goede resultaten?
‘Dit kan zowel te maken hebben met de verlaging van de hoeveelheid koolhydraten als de toename van het eiwit- en vetpercentage per maaltijd. Volwaardige voeding levert de micronutriënten (vitaminen, mineralen, essentiële amino- en vetzuren) voor verzadiging waardoor het aantal eetmomenten beperkt kan worden. Voedingsketose is slechts een bijproduct van vetvertering en hoeft bij de meeste mensen geen doel op zich te zijn. Het lichaam heeft enkele maanden tijd nodig om zich goed aan te passen aan primaire vetverbranding. Hoge spiegels van beta-hydroxy boterzuur lijken wel een meerwaarde te hebben bij refractaire epilepsie en neurodegeneratieve ziekten.’

Waar blijft de overtollige energie?
‘De vraag werd gesteld waar de overtollige energie uit de extra vetinname naartoe is gegaan. Dit kan mogelijk verklaard worden door de extra warmteproductie bij een hogere eiwitinname, het thermogene effect. Op langere termijn kan ook meer metabool actief bruin vet ontstaan. Doordat elk lichaam weer verschillend omgaat met calorieën, heeft het tellen hiervan niet zoveel zin.’

Metabole gezondheid
‘In plaats van een echt ketogeen dieet lijkt het experiment echter meer op een volwaardig koolhydraatarm voedingspatroon welke ik sinds 2018 met succes aanbeveel bij mijn patiënten met metabole ziekten als obesitas, diabetes, hoge bloeddruk en atherogeen vaatlijden. Alleen in de eerste fase van sterke koolhydraatbeperking heeft extra vet een plaats om honger tegen te gaan en de vetverbranding op gang te brengen. Voor afname van visceraal vet, levervet, triglyceriden, glucose en insuline is het essentieel om juist het eiwitpercentage in de voeding, vooral bij de eerste maaltijd van de dag, geleidelijk te verhogen. Men hoeft niet bang te zijn voor vet uit echte voeding. Bij toename van insuline gevoeligheid, activiteit en spiermassa ontstaat min of meer ruimte voor complexe koolhydraten uit groenten en fruit. In combinatie met goed slapen, ontspannen, bewegen, liefhebben, zonlicht- en natuur expositie is een levenslange gezonde voeding op deze wijze de beste garantie voor metabole gezondheid als buffer tegen de enorme fysieke en mentale ziektelast van tegenwoordig.’

Wilma Bouwman en Alie Lourens, Managementteam Dieetzorg Friesland:

‘Wat een goed idee om eens te experimenteren met de macronutriënten-inname en anders te redeneren dan “als je minder calorieën eet dan dat je verbruikt, val je af”. Hoewel een N=2 onderzoek natuurlijk niet echt betrouwbaar is om conclusies uit te kunnen trekken. Ook in onze diëtistenpraktijk liepen we er vroeger tegenaan dat een caloriebeperking niet altijd tot gewichtsdaling leidde. In 2013 hoorden we voor het eerst over insulineresistentie en hoge insulinespiegels waardoor vetafbraak geremd zou worden en vetopslag juist gestimuleerd zou worden. En dat je bij inname tot 6 gram koolhydraten geen insulineproductie op gang brengt. Deze 2 dingen samen hebben bij ons geleid tot ons eigen “experiment” van een dieet met 6x per dag 6 gram koolhydraten, het 6×6 dieet. Ook onze cliënten/deelnemers ervaarden dezelfde prettige effecten als de 2 deelnemers van het vetverrijkte keto-experiment. ze voelden zich veel energieker, minder gestresst, hielden minder vocht vast (minder opgeblazen) en ze vielen af. Dus zeker iets om door te gaan met ons eigen experiment en te zoeken naar meer evidence dat het inzetten van het 6×6 dieet nuttig is. En dat wetenschappelijk bewijs is er middels twee onderzoeken ook gekomen!’

In zo’n korte periode al positieve effecten
‘Als je al jaren op de calorieën hebt gelet en dan nu ineens veel meer vet mag eten, dat is echt wennen (Marie Louise noemt het terecht “vetangst”). Dat je minder honger hebt en lekker verzadigd bent als je minder koolhydraten en wél meer vet mag eten, is ook iets wat wij terug horen. En vet is lekker, dus over het algemeen eet men heel lekker. Uit ervaring weten we dat deze effecten ook aanhouden na 3 weken, dus op de lange termijn.’

Was het wel keto?
‘Wat is ketogeen? Op pagina 21 (van Voeding Magazine 2, 2022) wordt aangegeven dat als je minder dan 40-50 gram koolhydraten neemt en “niet al teveel” eiwit, dat je dan in ketose komt. Op pagina 23 staat dat je max 30-60 gram KH eet en dat de eiwitinname rond de 1,2-2 gram per kg lichaamsgewicht moet liggen. Dat lijkt veel eiwit, zeker veel meer dan ‘niet al teveel’. En de vraag is of het per kg huidig lichaamsgewicht is of per kg ideaal lichaamsgewicht. Bij ons weten kom je bij een hoge eiwitinname niet snel in ketose, omdat er gluconeogenese plaats vindt. In het experiment wordt niet aangegeven dat de ketonenwaarde gemeten is, dus de vraag is of men echt in ketose gekomen is.’

Insulineresistentie
‘Het is de vraag of je je beter voelt door de hogere ketonenwaarde of door de lagere insulinespiegels tgv het eten van veel minder koolhydraten. Verder onderzoek zou zinvol kunnen zijn.’

Invloed op het gewicht
‘Doel van het vetverrijkte keto-experiment was niet specifiek gericht op het in gang zetten van gewichtsdaling, maar op o.a. de vraag wat er met het gewicht gebeurt als je ineens veel extra vet gaat eten bij een koolhydraatarm eetpatroon. Uit dit experiment kun je misschien concluderen dat je niet meteen gaat groeien als je meer vet eet bij een lage koolhydraatinname. Maar stel dat je wel wilt afvallen en daarom koolhydraatarm wilt gaan eten, dan lijkt het toch niet verstandig om de vetinname ineens met 111 gram (1000 calorieën) te gaan verhogen zoals in het experiment is gedaan. Wat zou er gebeuren als je de hoeveelheid calorieën eet die het lichaam ongeveer nodig heeft, maar dan de inname van koolhydraten vermindert naar < 40 gram per dag, ruim voldoende eiwit neemt en dan de rest van de calorieën in de vorm van vet neemt? Feitelijk is dat wat wij doen met het 6×6 dieet waarbij wij het aantal koolhydraten per eetmoment limiteren, ruim eiwit adviseren en géén vetbeperking opleggen. En dat blijkt heel goed te werken.’ (zie https://6x6dieet.nl/wetenschappelijk-onderbouwd/)

Invloed van vetrijke voeding op lipiden
‘Meer vet en vooral meer verzadigd vet eten wordt geassocieerd met verhoging van LDL-cholesterol en vergroten van het risico op hart- en vaatziekten. In het vetverrijkte keto-experiment heeft na 3 weken al een vervolgmeting van de lipiden plaatsgevonden. Dit is waarschijnlijk te snel om er conclusies uit te trekken over het effect van het eten van veel vet in combinatie met weinig koolhydraten op het lipidenspectrum. In onze praktijk zien we op de langere termijn verschillende effecten op de lipiden. Bij sommige mensen gaat het LDL- en totaal cholesterolgehalte naar beneden, terwijl bij een andere groep het LDL juist toeneemt. De vraag is of dit een probleem is. Ook bij gewichtsreductie door minder calorieën zie je vaak ten tijde van de gewichtsdaling (vetafbraak) een verandering van de lipiden. Het zou interessant kunnen zijn om dit nog eens beter te onderzoeken. Mogelijk dat ook het soort LDL nog beter bepaald moet worden om te kijken of het schadelijk is.’

Klopt de berekening macronutriënten in het experiment?
‘In het experiment was het de bedoeling om de dagelijks 1000 calorieën extra aan vet te nemen. 1000 calorieën staat gelijk aan 111 gram vet. Als wij met onze diëtistenblik kijken naar de berekening dan ontdekken we dat bij het ontbijt een grote fout in de berekening zit. Er staat dat het ontbijt 100 gram vet bevat, maar het beschreven ontbijt bevat ‘slechts’ 58-65 gram vet. Dus dat is al 35-42 gram vet minder dan de bedoeling. Het ontbijt bestaat uit .80 gram mascarpone ( = 32-39 gram vet, afhankelijk van merk), 100 gram volle kwark ( = 10 gram vet), 50 gram frambozen (= 0 gram vet) en 30 gram noten (= 16 gram vet).’

Samenstelling van het ‘ketogeen dagmenu’
‘De meeste mensen die een koolhydraatarm of ketogeen dieet gaan volgen, zullen dat doen omdat ze willen afvallen. Doel is dus afvallen en niet weer aankomen, niet jojo-en, en dus is aanpassing van de leefstijl nodig.
Om je eetgewoonten blijvend te kunnen veranderen is het van belang dat de basis van het eetpatroon ook op de lange termijn prettig is en waarbij je voldoende variatiemogelijkheden hebt. Het dagmenu uit het experiment lijkt daar niet aan te voldoen. Zoveel vet eten is heel lastig en beperkt ontzettend de productkeuze, waardoor het snel saai wordt. In het dagschema wordt uitgegaan van 150 gram mascarpone en meer dan 100 gram noten en pinda’s. Dit lijkt moeilijk vol te houden, zeker op de wat langere termijn. Ook is het moeilijk om op de lange termijn zo weinig koolhydraten te blijven eten. Dat is ook de reden dat wij bij ons eigen 6×6 dieet na het behalen van voldoende gezondheidsresultaat, de koolhydraten voorzichtig weer opbouwen zolang het gewicht of andere parameters niet weer verslechteren.’

De invloed van beweging
‘Beide deelnemers zijn lekker actief en voldoen ruim aan de norm voor gezond bewegen. Zou het nog verschil maken als jet het vetverrijkte ketodieet gaat volgen als je minder of niet beweegt. Vooral wanneer je fors overgewicht hebt is bewegen vaak moeizaam en soms ook echt niet mogelijk. Zou dit nog verschil maken voor het wel of niet groeien van het extra vet?’

Conclusie en aanbeveling
‘Heel fijn dat er onderzoek gedaan is naar een andersoortig eetpatroon, een eetpatroon dat totaal niet aansluit bij de Schijf van Vijf. Extra vet eten, inclusief verzadigd vet, hoeft helemaal niet negatief te zijn en kan zelfs gezondheidsverbetering geven. Gewichtstoename lijkt niet gekoppeld aan de hoeveelheid vet, mits de inname van koolhydraten heel laag is. Dat biedt veel kansen. Dit onderzoek was klein, met 2 personen gedurende 3 weken, daaruit kun je geen harde conclusies trekken.
Er is meer onderzoek nodig om aan te tonen dat er naast de Schijf van Vijf ook andere “diëten” zijn die gezond of zelfs gezonder zijn. Zeker bij overgewicht of andere chronische aandoeningen.’

‘Omdat je streeft naar een blijvende verandering in de voeding is het van belang dat het eetpatroon aantrekkelijk is en sociaal in te passen is. Het vetverrijkte ketogene dieet lijkt prima voor een paar weken, maar is ons inziens niet vol te houden op de langere termijn. Marie Louise wil nog meer kilo’s kwijtraken, door deze keto-eetwijze te combineren met intermittent fasting. Daarmee beperkt ze zich nog veel meer. Wij zouden aanraden om toch weer wat minder vet te nemen, bij dezelfde hoeveelheid eiwit en koolhydraten. Dat is min of meer wat wij doen met ons 6×6 dieet en wij weten uit ervaring dat dit werkt en dat het goed is vol te houden.’

 

‘Ik heb geen geld om ook op gezondheid te letten’

 


M
ensen die in armoede leven, vinden dat er vooral óver en niet mét hen wordt gepraat, als het gaat om oplossingen zoeken voor hun problemen. Daarom vertellen ze hier hoe het is om te leven met weinig geld, waar ze tegenaan lopen, wat ze eten en welke maatregelen wel en niet helpen. Voor mensen met gebrek aan geld is gezond leven moeilijk. Zij hebben veel stress en zorgen, en schaamte en wantrouwen vormen een drempel om hulp te zoeken. Liesbeth Oerlemans interviewde vijf van hen, waaronder Elise (53). 

Interview: Liesbeth Oerlemans | Beeld: Michel Campfens

Elise woont met haar twee honden en twee katten in Beverwijk en heeft altijd gewerkt tot 2016. Door twee ongelukken kort achter elkaar werkt de fijne motoriek in haar handen niet meer. Elise kan sindsdien niet meer schrijven en heeft voor veel zaken hulp van anderen nodig.

‘Door de beperking aan mijn handen kost alles wat ik doe veel tijd en energie. Voor 11 uur kan ik niet afspreken. Als ik eindelijk klaar ben met douchen, aankleden en de honden uitlaten, ontbijt ik vaak niet meer. Dat bespaart me energie. En het is dan toch al bijna lunchtijd. Soms lunch ik ook niet, zodat ik ’s avonds een keer iets luxer kan eten.’

‘Ik probeer elke dag te koken, soms voor twee dagen tegelijk. Handig voor als ik een dag te moe ben om te koken. Snijden lukt me met mijn handen niet meer. Daarom moet ik bijvoorbeeld voorgesneden groente en kaas kopen. Dat is veel duurder. Vroeger kocht ik een speklapje, maar nu moet ik van die dure voorgesneden blokjes spek kopen.’

‘De afgelopen maanden is alles veel duurder geworden. Vroeger kon ik soms nog een sukadelapje kopen. Dat lukt niet meer. Ik eet ook minder vaak groente. Bami alleen met vlees of een pizza is immers goedkoper. Ik probeer binnen mijn praktische mogelijkheden wel lekker te eten, maar ik heb geen geld om ook op gezondheid te letten. De commercial van de Eetwissel van het Voedingscentrum ken ik wel. Geen idee hoe je dat moet doen als je geen geld hebt.’

‘Alles wordt duurder, maar m’n uitkering blijft hetzelfde. En door de beperking aan mijn handen gaan veel dingen moeizaam, zoals financiële aanvragen indienen bij de gemeente. Daardoor loop ik geld mis dat ik hard nodig heb. Het ergste is het gedoe met de gemeente. Ze luisteren niet naar m’n argumenten en ik voel me hierdoor niet serieus genomen. Dat vind ik vreselijk.’