Verslag Symposium The Dairy Matrix

voedingsmatrix heeft invloed op gezondheidseffecten

Tekst: Angela Severs (Scriptum)

Voedingsmatrix heeft invloed op gezondheidseffecten

’Voedingsmiddelen zijn meer dan een optelsom van voedingsstoffen’, zo opende prof. Frans Kok, emeritus voedingshoogleraar bij Wageningen Universiteit, het symposium “The Dairy Matrix: a new approach to understanding the health effects of whole foods”, dat op 3 oktober in Den Haag is georganiseerd. Drie internationaal gerenommeerde wetenschappers lieten vervolgens zien dat de zuivelmatrix een belangrijke invloed heeft op de gezondheidseffecten. Een mooi voorbeeld daarvan is kaas: ondanks hoge gehaltes aan verzadigd vet en zout verhoogt kaasconsumptie het risico op bijvoorbeeld hart- en vaatziekten niet. De voedingsmatrix van kaas zou daarvoor verantwoordelijk zijn.


Wat is de voedingsmatrix?

Voedingsmiddelen hebben een structuur die fysisch en voedingskundig complex is en die invloed heeft op de vertering en opname van de voedingsstoffen die erin zitten. Ook werken de voedingsstoffen in voedingsmiddelen niet geïsoleerd, maar hebben een interactie met elkaar. De gezondheidseffecten van het geheel kunnen daardoor anders zijn dan van de afzonderlijke delen.


‘Nutritionisme is te simpel’

In de gangbare voedingswetenschap worden de gezondheidseffecten van voedingsmiddelen bepaald aan de hand van het gehalte van individuele voedingsstoffen als vetten, eiwitten, koolhydraten, vitamines en mineralen. Prof. Ian Givens, hoogleraar Food Chain Nutrition aan de University of Reading (Verenigd Koninkrijk), vindt deze nutritionistische benadering te simplistisch: ‘Het gaat ervan uit dat je voedingsstoffen bij elkaar kunt optellen, ongeacht uit wat voor soort voedingsmiddelen ze komen. Maar voeding is veel meer dan een optelsom van individuele voedingsstoffen.’

Invloed van zuivelmatrix

Vooral bij zuivel is het effect van de voedingsmatrix volgens Givens goed te zien. Hij toonde resultaten van onderzoek naar het effect van 46 gram verzadigd vet per dag uit boter, melk en kaas op het cholesterolgehalte van jonge mannen. Melk en vooral kaas verhoogden het totale en LDL-cholesterolgehalte significant minder dan boter. Givens: ‘Alleen op basis van het verzadigd vetgehalte is dit verschil niet te verklaren.’ Givens zoekt de verklaring in de zuivelmatrix. Zo heeft vooral kaas een hoger gehalte aan calcium dan boter. Givens: ‘In de darmen kan een deel van het calcium binden aan vetzuren. De zo gevormde calciumzepen verlaten het lichaam via de ontlasting, waardoor de vetopname daalt. Calcium verhoogt daarnaast de uitscheiding van galzuren, waardoor de lever daar meer van moet aanmaken. Daarvoor is cholesterol nodig, waardoor het cholesterolgehalte daalt.’

Teamwork van voedingsstoffen

Ook dr. Emma Feeney, assistent professor aan University College Dublin (Ierland), presenteerde resultaten van onderzoek naar de zuivelmatrix. Zo blijkt uit onderzoek dat zuivel gunstiger is voor de botdichtheid dan eenzelfde hoeveelheid calcium uit supplementen. Verder gaat een hoge inname van zuivel gepaard met een lagere BMI en kleinere middelomtrek vergeleken met een lage inname van zuivel. Volgens Feeney werken de voedingsstoffen in zuivel als een team: ‘Zuivel bevat vet, eiwitten, vitamines, mineralen, lactose, … De gezondheidseffecten van de voedingsstoffen is groter als ze worden gecombineerd. Het geheel is dan meer dan de som van de delen.’

Pleidooi voor kaas

Zuivel heeft een neutraal of zelfs licht beschermend effect op het risico op hart- en vaatziekten, diabetes, overgewicht en sterfte. Dat blijkt uit een overzicht van meta-analyses die prof. Arne Astrup, hoofd van de Department of Nutrition, Exercise and Sports van de University of Copenhagen (Denemarken) presenteerde. Volgens Astrup is er geen wetenschappelijke onderbouwing voor het advies om te kiezen voor magere in plaats van volvette zuivelproducten vanwege het verzadigd vetgehalte: ‘De laatste 6 à 8 jaar zijn er steeds meer publicaties in goed aangeschreven wetenschappelijke tijdschriften als BMJ en Lancet, waarin het adagium dat verzadigd vet slecht is, in twijfel wordt getrokken. De inname van verzadigd vet gaat in onderzoek niet gepaard met meer hart- en vaatziekten en sterfte.’ Veel artsen en diëtisten raden kaas volgens Astrup ten onrechte af. ‘Kaas is een nutriëntrijk voedingsmiddel, dat past in een gezonde voeding, ook voor mensen met diabetes, hypertensie en hart- en vaatziekten.’

Levendige discussie

Na de presentaties ontstond er een levendige discussie tussen de sprekers en de circa 100 deelnemers. Sommige deelnemers verbaasden zich erover dat de gezondheidseffecten van de voedingsmatrix toch weer verklaard worden aan de hand van individuele nutriënten, zoals het calciumgehalte van kaas. Anderen denken dat er niet gesproken kan worden van dé voedingsmatrix van kaas, omdat er zoveel verschillende kazen zijn, variërend van zacht tot hard, wat overigens wordt onderschreven door de sprekers. Ook is niet alleen de voedingsmatrix van invloed, maar eveneens andere voedingsmiddelen die gelijktijdig worden gegeten. En het effect kan zelfs per individu verschillen.

Verzadigd vet verlagen?

Sommige deelnemers vroegen aan de sprekers een advies voor de voedingsmiddelenindustrie, die juist bezig is met het verlagen van het gehalte aan verzadigd vet. Volgens prof. Givens lijkt het erop dat het effect van verzadigd vet afhangt van het soort voedingsmiddel. Duidelijk is in ieder geval dat het vervangen van verzadigd vet in voedingsmiddelen door (vooral geraffineerde) koolhydraten een averechts effect heeft. Volgens Givens is het belangrijker om het gehalte aan toegevoegde suiker te verlagen: ‘Ik heb liever volle zuivel, als er maar weinig suiker aan is toegevoegd.’ Feeney is het hiermee eens en voegt er nog aan toe: ‘Verzadigd vet in kaas lijkt in ieder geval geen probleem.’

Roadshow

Het symposium werd georganiseerd door de Nederlandse Zuivel Organisatie in samenwerking met het European Milk Forum (EMF). Hetzelfde symposium wordt ook gehouden in Kopenhagen (4 oktober), Brussel (11 oktober), Belfast (30 oktober) en Dublin (1 november).


Foto’s symposium

 

emf roadshow 2017 1

emf roadshow 2017 2

emf roadshow 2017 3

emf roadshow 2017 4

emf roadshow 2017 5

emf roadshow 2017 6

emf roadshow 2017 7

 

Michelle van Roost: ‘Waarom voedingsbeleid het ouders en school zoveel makkelijker kan maken’

blog michelle van roost waarom voedingsbeleid het ouders en school zoveel makkelijker kan maken

Het nieuwe schooljaar is begonnen. En de start van een nieuw jaar is een mooi begin voor gezondere gewoontes. Zo dacht een basisschool in Tilburg er ook over en startte na de schoolvakantie met een voedingsbeleid waarin water en fruit de norm zijn geworden.

Dit voedingsbeleid had naast voorstanders ook felle tegenstanders. De lokale media bracht het leed in beeld van kinderen die geen water lusten en van ouders die hun kinderen geen pakjes sap en boterkoek meer konden toestoppen. Al snel volgden polls op social media over wiens verantwoordelijkheid het écht is, dat eten en drinken op school. Het onderwerp leeft kennelijk onder veel ouders.

Geen voedingsbeleid… maar wel een ‘fruitdag’

Bij ons op school hebben ze bewust geen voedingsbeleid. De school vindt het namelijk expliciet de verantwoordelijkheid van de ouders. Maar is dat eigenlijk wel zo? Met open vizier ging ik dus de eerste schoolweken in. Ondanks het feit dat de school geen voedingsbeleid had, werd schoolbreed toch een ‘fruitdag’ geïntroduceerd. Elke dinsdag moest ook mijn kind voortaan fruit meenemen als pauzehap. En inderdaad, de eerste dinsdag hadden ze allemaal fruit mee. Waarop de juf besloot om dat gewenste gedrag de volgende dinsdag te belonen met een traktatie. En dus mochten de kinderen de volgende dinsdag juist géén fruit meenemen. Vast goed bedoeld, maar waarom bepaalt de juf eigenlijk wat mijn kind als pauzehap krijgt? En waarom een extra beloning voor een gewoonte die voor veel kinderen heel normaal is? Dan liever een helder beleid.

Geen voedingsbeleid… en dus snoep mee op schoolreisje?

In week twee werd het schoolreisje georganiseerd. Onze school heeft uitdrukkelijke wensen voor ouders over het drinken wat kinderen meekrijgen (4 pakjes drinken, later gecorrigeerd door een fles water en twee pakjes). Over eten wordt niet expliciet gecommuniceerd. Snoep wordt besproken in de klas met de kinderen; of ze liever geen of weinig snoep mee willen nemen. Maar die boodschap bereikt niet alle ouders en het is geen beleid. Dus gaat het ene kind zonder snoep op schoolreis, de andere met meerdere zakjes en die deelt dat vrolijk uit.

Geen voedingsbeleid… en dus een stroopkoek als beloning

Als ouder heb je geen idee wat je kind op school allemaal toegestopt krijgt, zelfs door de leerkracht. Sommige leerkrachten vinden traktaties die zij krijgen van de kinderen namelijk te groot. Ze eten het liever niet allemaal zelf op, en geven het daarom weg aan de kinderen, bijvoorbeeld als beloning. In de eerste week kregen twee kinderen die een foutje in de lesstof hadden ontdekt twee kanjer stroopkoeken als beloning, vlak voor de lunch. De andere 28 kinderen in die klas keken toe. Hoe pedagogisch verantwoord is het om te belonen met snoep? En waarom nét voor de lunch? Maar als ouder kun je er niets mee, want er is geen beleid op.

Voedingsbeleid: makkelijk voor school en ouder

Als ouder heb je vooral de verantwoordelijkheid op papier. Je geeft ze wat gezonds mee en hoopt dat dat erin gaat, zonder te veel extra’s. En dat laatste is nu juist de verantwoordelijkheid van de school. Een gedegen voedingsbeleid kan het ouders en school zoveel makkelijker maken. Met zo’n beleid stel je heldere grenzen over wat je als school gezond en passend vindt binnen een gezonde opvoeding.

Een goed voorbeeld Zo’n beleid hoeft niet lastig of betuttelend te zijn. Het kan ook ouders ontzien. Neem nu het voorbeeld van de Yendarra School uit Auckland. Die school besloot tien jaar geleden door de school heen waterfonteinen te plaatsen. Kinderen daar hoeven geen drinken meer mee te nemen, op elk moment van de dag kunnen ze hun flesje vullen. Niet alleen makkelijk, ook heel gezond. De waterfonteinen blijken goed tegen overgewicht en heel goed voor de tanden. Op de Yendarra School is het aantal gaatjes in tanden van kinderen met 40% gedaald. En er werden minder tanden getrokken dan op vergelijkbare scholen in de buurt.

Zelf bepalen wat je kind krijgt

Ik ben benieuwd naar vergelijkbare cijfers van de scholen uit Amsterdam, waar waterdrinken ook al langere tijd de norm is. En ondertussen maak ik me hard voor een voedingsbeleid op mijn school. Want met duidelijke richtlijnen kun je als ouder écht zelf bepalen wat je je kind aanbiedt.

 

michelle_van_roost_voedingsjungleMichelle van Roost is levensmiddelentechnoloog (WUR) met een brede interesse in voeding en gezondheid. Als BGN-gewichtsconsulent, gespecialiseerd in Kind & Gezin weet ze wat er speelt bij consumenten, maar heeft tegelijkertijd met haar werkervaring een brede kijk op de voedingsmiddelenindustrie. Samen met Manon van Eijsden leidt ze Voedingsjungle. De naam is een knipoog naar hun missie: mensen – van consument tot bedrijfsleven- helpen hun weg te vinden in het oerwoud van voedingsadviezen. Michelle is nieuwsgierig, ondernemend en volgt de voedingswetenschap op de voet. En met 3 jonge kinderen weet ze wat voor uitdaging het kan zijn om binnen een druk gezins- en werkleven een gezonde leefstijl na te streven.

‘Voedselveiligheid van Nederlandse melk van zeer hoog niveau’

Nederlandse melk en zuivelproductenHoe staat het met de voedselveiligheid van melk en zuivelproducten in Nederland? Onlangs publiceerde de Nederlandse Voedsel Waren Autoriteit (NVWA) een rapport hierover. De conclusie van de NVWA: het niveau van voedselveiligheid van melk en zuivelproducten is zeer hoog.  

Onlangs publiceerde de NVWA een integrale risicoanalyse van de zuivelketen. “De risicobeheersing in de verwerking van melk is goed”, stelt de NVWA in dat rapport. “Dit resulteert in een zeer hoog niveau van voedselveiligheid van melk en zuivelproducten. Dat is een verheugende conclusie”.

NVWA en voedselveiligheid

De Nederlandse Voedsel Waren Autoriteit (NVWA) neemt regelmatig een gehele voedselproductieketen in Nederland onder de loep. Daarmee kunnen ze risico’s voor de volksgezondheid in kaart brengen en waar nodig maatregelen nemen.

Extra eisen voor kwaliteit en dierenwelzijn

De zuivelsector heeft een kwaliteitsborgingssysteem om de veiligheid van melk en zuivelproducten te garanderen. Dat is gebaseerd op Europese en Nederlandse wetgeving. Alle gezamenlijke zuivelondernemingen in Nederland stellen daar bovenop ook extra eisen op het gebied van kwaliteit en veiligheid en van dierenwelzijn.

Yneke Kootstra: ‘Mijn zomerhit? Zelfgemaakte ijskoffie!’ (Koffie: deel 2)

icecoffee3Ik heb het graag over koffie. Dat kan ik ongestraft doen want het laatste nieuws op voedingsgebied is dat je langer blijft leven van een paar koppen koffie per dag. Mijn grootste ontdekking deze zomer is de ‘cold brewed coffee’. Een fantastisch ongezoet zomerdrankje en heel makkelijk zelf te maken.

Als koffieliefhebber én groot-zuivelgebruiker vind ik de combinatie koffie met melk onweerstaanbaar. Melk zwakt het bittere iets af en voegt naast romigheid een klein zoetje toe. De cappuccino is behoorlijk ingeburgerd, maar de keuze in koffie met melk wordt steeds groter. Afgelopen zomer heb ik de ‘cortado’ ontdekt. Een espresso met een klein beetje melk. Schijnt Spaans te zijn en is heerlijk. Net wat hipper en volwassener (haha, dat denk ik dan) dan een cappuccino.

Cold Brewed

Maar mijn grootste ontdekking deze zomer is de ‘cold brewed coffee’. Een hippe cliënt van mij (en Italiaan, dat is als het om koffie gaat relevant) kwam met een recept van deze koud getrokken koffie. En ik wil je mijn zomerhit niet onthouden. Mijn eigen ‘koude koffie’ werd een mix van diverse recepten. Met een cafetière (doordrukkoffie) achteruit de kast (een hit van twintig jaar terug) ben ik aan de slag gegaan. De recepten drongen aan op goede bonen die je zelf grof maalt. Ik heb geen koffiemolen en heb als nuchtere Hollander een flinke laag (50-60 g) grove maling van lands grootste roodmerk in de cafetière geschept. Daarop een halve liter water, zilverfolie erop en dan een dag in de koelkast. De volgende dag het deksel erop en de koffie naar beneden duwen. Net zo eenvoudig als bonen in de week zetten. De koude koffie giet ik in een fles die als voorraadje weer de koelkast in gaat.

IJskoffie

In zo’n fles ijskoffie zit koffie die erg sterk is en net wat anders smaakt als gewone koffie. Doordat de koffie niet verhit wordt is de smaak minder bitter en smaakt het meer zoals koffiebonen die je uit het pak tussen je tanden vermaalt. Lekker! Maar het wordt overheerlijk wanneer je zuivel toevoegt. Mijn ideale ijskoffie-recept bestaat uit koffie uit de zelfgemaakte fles en een half deel volle melk. Je kunt er nog wat ijsklontjes in doen voor het fijne getinkel. De smaak van de ijskoffie gaat richting de commerciële merken die je op pompstations kunt krijgen. Maar dan ongezoet en met veel meer koffiesmaak. Ik vind het zo lekker dat ik alleen daarom al hoop op een lange nazomer…..

 

Krijgen kinderen sterke botten van zuivel?

melk gezonde botten kinderen

Tekst: Rob van Berkel

Tot ongeveer het dertigste levensjaar gaat de botopbouw sneller dan de -afbraak. Daarna krijgt de afbraak langzaam de overhand en worden de botten zwakker. Het is dus belangrijk om voor je dertigste een hoge piekbotmassa te hebben. Zuivelconsumptie op jonge leeftijd kan daar waarschijnlijk aan bijdragen. Dat blijkt uit een systematic review met elf gerandomiseerde en gecontroleerde studies.¹ Daarnaast werd gekeken naar het effect van de zuivelconsumptie op lichaamsgewicht en lichaamssamenstelling.

Verschillende maten voor sterke botten

Voor de review hebben de onderzoekers gezocht naar gerandomiseerde, gecontroleerde studies (RCT’s) waarin gekeken is naar het effect van zuivelconsumptie op het lichaamsgewicht, lichaamslengte, lichaamssamenstelling en verschillende uitkomstmaten voor de botgezondheid (botmineraaldichtheid, botmineraalgehalte en markers voor het botmetabolisme). Hierbij hebben ze zich beperkt tot kinderen en adolescenten (≤ 18 jaar). De studies die aan de criteria voldeden werden op kwaliteit beoordeeld aan de hand van de JADAD-score. Deze score kijkt naar de blindering, randomisatie en uitvallers en loopt van 0-5, waarbij 5 de hoogste kwaliteit aangeeft.

Vijftien studies voldeden aan de criteria

In totaal voldeden vijftien studies aan de opgestelde criteria. De studieduur varieerde van 3 weken tot en met 3 jaar en had een gemiddeld aantal deelnemers van 135. In de meeste gevallen (n=9) werd alleen melk als interventie gebruikt (236-900 ml/dag); in de andere gevallen een combinatie van melk, yoghurt en kaas. De kwaliteit van de studies werd als ‘goed’ beoordeeld. Twee studies hadden een JADAD-score van 2, acht van 3 en de overige vijf studies hadden een score van 3.

Toename botmineraaldichtheid

De belangrijkste resultaten staan in onderstaande tabel. Zuivelconsumptie laat meestal een gunstig effect zien op de stevigheid van de botten. Gemiddeld nam de botmineraaldichtheid na zestien maanden zuivelconsumptie met 8% toe. Een effect op het lichaamsgewicht en de lichaamssamenstelling werd in de meeste gevallen niet gevonden.

Aantal studies Toename Geen effect
Lichaamslengte 13 2 11
Lichaamsgewicht 14 2 12
Vetvrije massa 11 1 10
Vetmassa 10 0 10
BMC en BMD 11 8 3
Botmarkers 6 2 4
Tabel: Overzicht van de belangrijkste resultaten.
BMC = botmineraalgehalte, BMD = botmineraaldichtheid

Tekortkomingen

De studies kenden enkele tekortkomingen die invloed kunnen hebben gehad op de resultaten. Zo is het aantal deelnemers vaak klein, berustte de voedingsinname vaak op zelfrapportage en is bij de meeste studies niet gecorrigeerd voor verstorende factoren zoals energie-inname en lichaamsbeweging. De onderzoekers geven dan ook aan dat in de toekomst meer onderzoek nodig is zonder deze tekortkomingen.

Conclusie

Deze systematic review van vijftien studies laat zien dat zuivelconsumptie gunstige effecten heeft op de stevigheid van de botten van kinderen en adolescenten. Er werd onvoldoende bewijs gevonden voor een effect van zuivelconsumptie op het lichaamsgewicht en de lichaamssamenstelling.

Referentie:
1. Kouvelioti R, et al. The effects of dairy consumption on body composition and bone properties in youth: a systematic review. Curr Dev Nutr. Vol. 1, Issue 7, 1 Jul 2017.

Invitation Symposium: The Dairy Matrix

symposium dairy matrix headerAlthough everyone would agree that saturated fat increases the risk for cardiovascular diseases, there is no scientific relationship found between the intake of (full-fat) dairy and an increased risk of cardiovascular diseases. And although bread contains a lot of salt, the consumption of bread has no effect on the systolic blood pressure. Moreover: bread consumption has a protective effect on cardiovascular diseases. It appears that a food product as a whole is more than the sum of its nutrients.

An explanation for the effects of a food product can be found in the food matrix. Three international renown scientists will share their vision on the food matrix and dairy matrix on October 3 in The Hague. You are invited to join the symposium!

Program symposium ‘The Dairy Matrix: a new approach to understanding the health effects of whole foods’

Date Tuesday 3 October 2017 | 11.00 – 15:30
Location Hampshire Hotel Babylon | Bezuidenhoutseweg 53 2594 AC The Hague
Language English
Program ‘The food matrix: is it time to rethink how we evaluate the health effects of food?’
Prof. Ian Givens, University of Reading (UK)
‘Muscle, bones and body fat: dairy matrix effects on body composition’
Dr. Emma Feeney, University of College Dublin
‘Metabolic health: the impact of the dairy matrix’
Prof. Arne Astrup, University of Copenhagen
Chair Prof. Frans Kok, Wageningen University
Subscription Participating is free of charge vanrijn@nzo.nl
Public transport Next to The Hague Central Station
Parking Q-Park New Babylon | Prinses Irenestraat 1, 2995 BD The Hague

More information: www.zuivelengezondheid.nl

Aankondiging symposium: The Dairy Matrix

symposium voedingmatrix

For the English invitation

Click here

Onderzoek naar voedingsmiddelen laat soms verrassende gezondheidseffecten zien. De verklaring kan gezocht worden in de voedingsmatrix. Dit najaar geven drie internationaal gerenommeerde wetenschappers hun visie op de voedings- en zuivelmatrix tijdens het symposium ‘The Dairy Matrix: a new approach to understanding the health effects of whole foods’. Het symposium vindt onder andere plaats in Den Haag.

Een voedingsmiddel: meer dan de som der nutriënten

In het laatste decennium is voedingsonderzoek steeds meer gericht op de gezondheidseffecten van gehele voedingsmiddelen in plaats van voedingsstoffen. Dat geeft soms verrassende resultaten. Want hoewel iedereen het erover eens is dat verzadigd vet de kans op hart- en vaatziekten vergroot, zien we die negatieve effecten niet terug bij de consumptie van volvette zuivel. En hoewel brood veel zout bevat, gaat de bloeddruk bij broodconsumptie niet omhoog. De consumptie van brood beschermt juist tegen hart- en vaatziekten. Een voedingsmiddel is duidelijk meer dan de som der voedingsstoffen.

Voedingsmatrix als verklaring voor gezondheidseffecten van voedingsmiddelen

We eten dan ook geen voedingsstoffen, maar voedingsmiddelen. Het verklaren van de effecten van voedingsmiddelen is echter wetenschappelijk lastig. Daarom gaan wetenschappers steeds vaker uit van de voedingsmatrix. Simpel gezegd is de voedingsmatrix het geheel van voedingsstoffen en andere aspecten van een voedingsmiddel – zoals structuur en substantie – en vooral de interactie tussen alle aspecten vanaf het moment van eten, kauwen en slikken tot en met de vertering en excretie.

Programma symposium

Drie internationaal gerenommeerde wetenschappers komen op 3 oktober naar Den Haag om tijdens het symposium ‘The Dairy Matrix: a new approach to understanding the health effects of whole foods’ hun visie te geven op de voedingsmatrix. Dagvoorzitter van het symposium is emeritus prof. Frans Kok, voormalig voedingshoogleraar en hoofd van de divisie Human Nutrition bij Wageningen Universiteit. De voertaal van het symposium is Engels en de sprekers zijn:

ian givens emma feeney arne astrup frans kok
‘The food matrix: is it time to rethink how we evaluate the health effects of food?‘
Ian Givens, Institute for Food, Nutrition and Health, University of Reading (UK)
‘Muscle, bones and body fat: dairy matrix effects on body composition’
Emma Feeney, Food for Health Ireland, University College Dublin
‘Metabolic health: the impact of the dairy matrix’
Arne Astrup, Department of Nutrition, Exercise and Sports, University of Copenhagen
Dagvoorzitter van het symposium is emeritus prof. Frans Kok, voormalig voedingshoogleraar en hoofd van de divisie Human Nutrition bij Wageningen Universiteit.

Aanmelden symposium

Het symposium kan gratis worden bijgewoond. Geïnteresseerden kunnen zich vóór 1 oktober aanmelden via vanrijn@nzo.nl.

Accreditatie

Voor dit symposium is accreditatie aangevraagd en inmiddels toegezegd voor gewichtsconsulenten (1,5 nascholingspunt).

Wanneer, waar en hoe

Datum: Dinsdag 3 oktober 2017 | 11.00 – 15:30 uur
Locatie: Hampshire Hotel Babylon | Bezuidenhoutseweg 53, 2594 AC Den Haag
Aanmelden: Via vanrijn@nzo.nl. Deelname is gratis.
OV: Naast Den Haag CS
Parkeren: Q-Park New Babylon | Prinses Irenestraat 1, 2595 BD Den Haag

Voedingsmatrix melk, yoghurt, kaas

Een recent artikel in Voeding Magazine biedt meer achtergrondinformatie over de wetenschap rondom de voedingsmatrix van melk, yoghurt en kaas. Het artikel geeft ook aan welke andere factoren invloed kunnen hebben op afwijkende resultaten uit voedings-epidemiologisch onderzoek. Het artikel is ook online beschikbaar: ‘De voedingsmatrix: meer dan de som der nutriënten’.

Organisatie

Het symposium wordt in Den Haag georganiseerd door de Nederlandse Zuivel Organisatie in samenwerking met het European Milk Forum (EMF). In het najaar wordt het symposium door EMF ook georganiseerd in Kopenhagen (4 oktober), Brussel (11 oktober), Belfast (30 oktober) en Dublin (1 november).

De voedingsmatrix: meer dan de som der nutriënten

de_voedingsmatrix_meer_dan_de_som_der_nutrienten
Auteur: Dr. Stephan Peters (Nederlandse Zuivel Organisatie)

Wetenschappelijk onderzoek richt zich steeds vaker op de gezondheids­effecten van voedingsmiddelen. Want een voedingsmiddel is meer dan de som van de voedingsstoffen. In de wetenschap noemen ze dat de voedingsmatrix. Deze reportage geeft de wetenschappelijke stand van zaken rondom de matrix van melk, yoghurt en kaas.

Bij voedings­-epidemiologische studies wordt in bevolkings­groepen gekeken naar relaties tussen de inname van voeding en het effect op welvaartsziekten of risico­ factoren, zoals LDL­-cholesterol of ver­hoogde bloeddruk. Onderzoekers zelf bepalen of ze de relatie tussen een voe­dingsmiddel of een voedingsstof en het gezondheidseffect onderzoeken. In het verleden waren de meeste epidemiolo­gische studies gericht op relaties tussen voedingsstoffen (zoals calcium, eiwit of verzadigd vet) en gezondheid. De laatste jaren ligt de focus steeds vaker op hele voedingsmiddelen, zoals in het geval van zuivel; melk, yoghurt of kaas. Deze veranderende focus brengt nieuwe inzichten naar voren. Bij sommige voedingsmid­delen worden bijvoorbeeld de verwachte negatieve effecten van zout en verzadigd vet op de gezondheid niet teruggevonden. Er blijkt, net zoals bij brood dat relatief veel zout bevat en enkele zuivelproducten, juist een beschermend effect tegen wel­vaartsziekten te worden gevonden.

Risico hart­- en vaatziekten

Algemeen geaccepteerd is het feit dat er een relatie bestaat tussen de inname van verzadigd vet en een toename van LDL­-cholesterol. LDL-­cholesterol is een risicofactor voor hart- en vaatziekten. Aangezien er in volle zuivel en kaas relatief veel verzadigd vet zit, ligt de conclusie voor de hand dat volle zuivel en kaas de kans op hart-­ en vaatziekten vergroot. Deze conclusie werd in de vorige Richtlijnen goede voeding (2006) vertaald naar een richtlijn om minder dan 10 energieprocen­ten verzadigd vet per dag te consumeren. Voor zuivel werd in 2006 daardoor de aan­beveling om in het voedingspatroon vooral te kiezen voor magere zuivelproducten. Deze aanbeveling was voornamelijk gebaseerd op de idee dat het gezondheids­effect van een voedingsmiddel het gevolg is van de som van de effecten van de voe­dingsstoffen die in het voedingsmiddel aanwezig zijn.

Richtlijnen goede voeding

Het afgelopen decennium zijn er meer studies gepubliceerd die hebben gekeken naar de effecten van hele voedingsmiddelen op de gezondheid. Denk hierbij aan de effecten van melk, yoghurt of kaas op hart-­ en vaatziekten. In tegenstelling tot wat verwacht werd op basis van het aanwezige verzadigd vet (en zout in kaas) werd er geen relatie gevonden tussen (volle) zuivelinname en een toenemende kans op hart­- en vaatziekten. Integendeel: relaties die wel werden gevonden wezen juist op een beschermend effect van deze zuivel­producten. In de nieuwe Richtlijnen goede voeding van de Gezondheidsraad (2015) werden deze verbanden in het Achter­gronddocument Zuivel toegelicht. Wat betreft de relatie tussen zuivelinname en hart-­ en vaatziekten, werden in dit docu­ment de volgende conclusies getrokken:

  • Een verband tussen het gebruik van zuivel en het risico op coronaire hart­ziekten is onwaarschijnlijk;
  • Het gebruik van kaas hangt samen met een lager risico op coronaire hartziekten (bewijskracht gering)

Het is onwaarschijnlijk dat er een effect is van het gebruik van totale zuivel op systolische bloeddruk en LDL-­cholesterol.

Discrepanties door onderzoek

Er zijn verschillende verklaringen voor de discrepantie tussen de gezondheidseffecten van de som van voedingsstoffen en van gehele zuivelproducten. Een van de ver­klaringen kan gevonden worden in onze­kerheden bij epidemiologisch onderzoek. Bij epidemiologisch onderzoek worden vaak niet­-causale verbanden gevonden. Bij het vaststellen van voedingsrichtlijnen op basis van epidemiologisch onderzoek kun je daarom niet varen op een enkele studie. De kans op een causaal verband bij epide­miologische studies wordt groter als meer­dere studies op hetzelfde wijzen en er in de studies zoveel mogelijk is gecorrigeerd op verstorende factoren zoals leefstijl, leeftijd, en eetgewoontes. Als er voldoende studies gepubliceerd zijn, kunnen ze worden gecombineerd in een meta­-analyse. Bij veel evidentie op meta­-analyse niveau (en als er mogelijk ook nog een dosis­respons effect is) interpreteert de Gezondheidsraad de evidentie als hoog en is de kans op een direct verband groot.

Confounders

Als er te weinig studies voorhanden zijn om conclusies te trekken over verbanden met een hoge bewijskracht, bestaat het risico dat het verband niet causaal is, maar dat er sprake is van zogenaamde confounders. Dit zijn factoren die het causale verband verstoren, veroorzaken of zelfs omkeren. Zo kunnen mensen die een sportieve leef­stijl aanhouden, gezond eten en geen over­gewicht hebben toevallig ook degenen zijn die veel melk of kaas consumeren. Toch zijn de meeste wetenschappers ervan overtuigd dat er geen sprake is van confounders bij de verbanden tussen zuivelconsumptie en een kleiner risico dikke darmkanker en type 2 diabetes (zie kader). De bewijskrachten zijn zo sterk dat een mate van causaliteit bijna niet uitgesloten kan worden. Nu er bij de consumptie van zuivelproducten andere gezondheidseffecten worden gevonden dan verwacht wordt op basis van de aanwezige voedingsstoffen komt er een nieuwe vraag op: waarom beschermen zuivelproducten wel tegen hart­- en vaatziekten terwijl er verzadigd vet in zit en, in het geval van kaas, zelfs ook een aanzienlijke hoeveel­heid zout?

Verbanden met hoge bewijskracht

In de laatste Richtlijnen goede voeding 2015 zijn voor totaal zuivel of zuivelproducten de volgende verbanden met een hoge bewijskracht gevonden:

  • De consumptie van 400 gram per dag van totaal zuivel verkleint het risico op darmkanker met 15%;
  • De consumptie van 200 gram per dag van melk verkleint het risico op darmkanker met 10%;
  • Als yoghurtconsumptie van <10 gram per dag wordt verhoogd naar <60 gram per dag dan verkleint dit het risico op type 2 diabetes met 10%

Het matrixeffect

We eten geen voedingsstoffen, maar voe­dingsmiddelen die we meestal samen met andere voedingsmiddelen in een maaltijd eten. Een voedingsmiddel heeft een struc­tuur die fysisch en voedingskundig complex is en invloed heeft op de vertering van het voedingsmiddel en de absorptie van de voedingsstoffen. De structuureffecten van een voedingsmiddel worden ook wel gede­finieerd als matrixeffecten. Door matrix­effecten kunnen ook de bioactieve eigen­schappen van voedingsstoffen veranderen.

Publicatie zuivelmatrix

Is het mogelijk om de eerder beschreven ‘verrassende’ gezondheidseffecten van zuivel te verklaren met de matrixeffecten? In een meerdaagse workshop met 18 inter­nationale wetenschappers van verschillende disciplines werd daarover uitgebreid gediscussieerd eind 2016 in Denemarken. Het doel van de workshop was om de term zuivelmatrix beter te definiëren en in kaart te brengen welke kennishiaten er zijn. Deze kunnen dienen als inspiratiebron voor verder onderzoek naar de zuivel­matrix. De resultaten van de high level workshop zijn recent gepubliceerd in het American Journal of Clinical Nutrition.¹ De publicatie in dit gerenommeerde tijd schrift laat zien dat er veel draagvlak is voor de bevindingen bij collega­-weten­schappers over de zuivelmatrix.

de_voedingsmatrix_meer_dan_de_som_der_nutrienten_kaas

Zuivelmatrix

Zuivelproducten verschillen in voedings­stoffen en structuur van elkaar. Hoewel kaas een hoog vetgehalte heeft, lijkt de verdere samenstelling van kaas meer op die van yoghurt en melk dan op die van boter als het gaat om eiwit­, vitamine­ en mineraal­-samenstelling, waarbij de hoeveel­heden natuurlijk verschillen. De vetten in zuivel kunnen niet gezien worden zonder de biologische membraan die de vetdruppel­tjes in melk omringen: de milk fat globule membrane (MFGM). Yoghurt en kaas zijn beide gefermenteerde zuivelproducten met bacteriën die mogelijk bioactieve peptiden en korte-­keten vetzuren (SCFA’s) produce­ren. Als gekeken wordt naar de structuur, heeft kaas een vaste structuur, yoghurt een gelachtige structuur en melk een vloeibare. Door de verschillende productieprocessen zijn er nog vele andere verschillen te be­noemen. Vanwege de verschillen in samen­stelling en structuur van zuivelproducten achtten de deelnemers van de zuivelma­trixworkshop het aannemelijk dat er andere effecten op de gezondheid zijn te verwach­ten van zuivelproducten dan bij de inname van de individuele voedingsstoffen.

Calcium

Een goed voorbeeld van een matrixeffect zijn de verschillen in de gezondheids­effecten van calcium in supplementvorm en calcium in zuivel. De Gezondheidsraad heeft in het Achtergronddocument Voedingssupplementen bij de Richtlijnen goede voeding 2015 gekeken naar de effecten van calciumsupplementen op de gezond­heid. Hieronder staan de conclusies.

  • Het gebruik van 1,2 gram calcium­supplementen per dag verlaagt de systo­lische bloeddruk met ongeveer 2 mm Hg, maar verhoogt de kans op coronaire hartziekten met ongeveer 30% (hoge bewijskracht)
  • Het gebruik van calciumsupplementen verhoogt de kans op darmkanker (vooral bij ouderen; bewijskracht gering)
  • Een effect van calciumsupplementen op LDL-­cholesterol is onwaarschijnlijk
  • Het gebruik van calciumsupplementen verlaagt de kans op heupfracturen, met name bij postmenopauzale vrouwen (bewijskracht gering)

Wanneer de effecten van calciumsupple­menten worden vergeleken met de effecten van zuivel, valt op dat supplementen (dus calcium alleen) de kans op hart­- en vaat­ziekten verhogen en de kans op darmkanker bij ouderen verhoogt. Dit terwijl zuivel­inname juist wordt geassocieerd met een kleiner risico op hart-­ en vaatziekten en op darmkanker.

Verzadigd vet

Soortgelijke verschillen in gezondheids­effecten worden ook waargenomen bij verzadigd vet en volvette zuivel, zoals in het begin van dit artikel is beschreven.  Hoe kunnen deze verschillen door de zui­velmatrix worden verklaard? Een mogelijke verklaring is dat bloedlipidenconcentraties lager worden door een afgenomen vetab­sorptie in de dunne darm. Er zijn aanwij­zingen dat calcium, fosfor, milk fat globule membrane (MFGM) en startculturen in gefermenteerde zuivelproducten de bloed­lipidenrespons door verzadigd vet beïn­vloeden. Tijdens de matrixworkshop werd geopperd dat de MFGM wellicht een rol speelt bij het reguleren van bloedcholes­terol. Een pleidooi voor meer studies op dit gebied is hier op zijn plaats.

de_voedingsmatrix_meer_dan_de_som_der_nutrienten_yoghurt

Structuurmatrix

Naast de wisselwerking tussen voedings­stoffen kan ook de structuur van een voe­dingsmiddel effect hebben op de opname van voedingstoffen, verzadiging en/of andere gezondheidsaspecten. Zo doet de consumptie van yoghurt of drinkyoghurt het hongergevoel meer afnemen dan de consumptie van melkdranken of fruit­ dranken. Dit bleek uit een vergelijkende studie waarin de producten qua uiterlijk en energetische waarde zoveel mogelijk op elkaar leken.² Zo zijn er meerdere matrix­effecten door de structuur van zuivel omschreven in de literatuur, zoals bij de verschillende effecten van diverse eiwit­ bronnen (zuivel, vlees, vis, ei en planten) met betrekking tot type 2 diabetesrisico.³

Conclusies zuivelmatrix

Er lijkt voldoende bewijs dat de zuivel­matrix specifieke gezondheidseffecten geeft die niet kunnen worden verklaard door de individuele voedingsstoffen uit zuivel. Zo zijn er effecten van volle zuivelconsumptie op het behoud van een gezond lichaams­gewicht en een kleinere kans op hart­- en vaatziekten, type 2 diabetes en slechte bot­gezondheid die niet kunnen worden herleid tot voedingsstoffen. Er zijn aanwijzingen dat de structuur van zuivelproducten inter­acties veroorzaakt in de zuivelmatrix die kunnen leiden tot verschillende positieve metabole reacties. De 18 wetenschappers die deelnamen aan de workshop over de zuivelmatrix kwamen tot de volgende eind­ conclusie: de voedingswaarde van zuivel­producten is meer dan de som van de voedingsstoffen. Aangezien er nog veel kennishiaten zijn, is het wenselijk dat er meer onderzoek op het gebied van de voedingsmatrix uitgevoerd gaat worden. Voedingsrichtlijnen moeten zich meer focussen op de gezondheidseffecten van hele voedingsmiddelen in plaats van alleen voedingsstoffen. Een mooi voorbeeld hier­van zijn de meest recente Richtlijnen goede voeding in Nederland uit 2015.

Referenties
  1. Kongerslev Thorning et al. Whole dairy matrix or single nutrients in assessment of health effects: current evidence and knowledge gaps. Am J Clin Nutr 2017, doi: 10.3945/ajcn.116.151548
  2. Tsuchiya et al. Higher satiety ratings following yogurt consumption relative to fruit drink or dairy fruit drink. J Amer Diet Assoc 2006;106:550-7
  3. Comerford et Emerging evidence for the importance of dietary protein source on glucoregulatory markers and type 2 diabetes: different effects of dairy, meat, fish, egg and plant protein foods. Nutrients 2016;8:446

 

 

The food matrix: food is more than the sum of its nutrients

the_food_matrix_food_is_more_than_the_sum_of_its_nutrients

Author: Dr. Stephan Peters (Dutch Dairy Association)

Nutrition research is increasingly often focused on the health effects of whole food products. In fact, a food product as a whole is more than the sum of its nutrients. In science this is called the food matrix.This report provides the latest scientific insights with respect to the matrices of milk, yoghurt and cheese.

Food-epidemiological research studies the relationships within population groups between the food intake and the effect on non-communicable diseases or health risk factors, such as increased LDL cholesterol or high blood pressure. Researchers determine themselves whether they study the relationship between the health effect and a food product or a nutrient. In the past, most epide- miological research used to be focused on relationships between nutrients (such as calcium, protein or saturated fat) and health. In the last few years, the focus is increasingly shifted towards whole food products, for instance milk, yoghurt or cheese, when dairy is concerned. This change of focus leads to new scientific insights. For example, for some food products the expected negative effects of salt and saturated fat on health cannot be found. On the contrary. Just like bread, which has a relatively high salt content, and some dairy products, these products appear to have a protective effect against some non-communicable diseases.

Risk of cardiovascular diseases

The fact that there is a relationship between the intake of saturated fat and a rise of LDL cholesterol levels is generally accepted. LDL cholesterol is a risk factor for cardiovascular diseases. As full-fat dairy and cheese contain relatively much saturated fat, the conclusion that full-fat dairy and cheese increase the risk of cardiovascular diseases is easily drawn. In the previous Dietary Guidelines (Dutch Health Council, 2006), this conclusion was converted into a recommendation to consume less than 10% of the daily energy intake in the form of saturated fat. Therefore, in 2006 the advice in connection with dairy was to choose for skimmed dairy products in the diet. This advice was based on the idea that the health effect of a food product is the result of the sum of the effects of the nutrients present in this food product.

Food-based dietary guidelines

During the last decade, more studies were published that looked into the health effects of food products as a whole. Here think of the effects of milk, yoghurt or cheese on cardiovascular diseases. Contrary to what was to be expected based on the presence of saturated fat (and salt in cheese), no relationship was found between the intake of (full-fat) dairy and an increased risk of cardiovascular diseases. On the contrary, if relationships were found these showed that these dairy products have a protective effect. These relationships were explained in the Background Document Dairy of the new Dutch Dietary Guidelines of the Dutch Health Council (2015). In this document, the following conclusions were drawn with respect to the relationship between dairy intake and cardiovascular diseases:

  • A connection between the use of dairy and the risk of coronary heart diseases is;
  • The use of cheese is associated with a lower risk of coronary heart diseases (limited evidence)
  • It is unlikely that the use of total dairy has any effect on systolic blood pressure and LDL cholesterol.

Discrepancies in research

There are various explanations for the discrepancy between the health effects of the sum of nutrients and those of dairy products as a whole. One of these explanations can be found in uncertainties in epidemiological research. Epidemiological research often finds non-causal connections. Therefore, it does not make sense to follow just one single study when defining the dietary guidelines based on epidemiological research. The chance of finding a causal relationship based on epidemiological studies grows when more studies give the same results and these studies have been corrected for disturbing factors, such as lifestyle, age and eating habits, as much as possible. When sufficient studies have been published, these can be put together in a meta-analysis. In case of a lot of evidence at meta-analysis level (and when there may possibly also be a dose-response effect), the evidence is interpreted as being high and then there is a considerable chance of a causal relationship.

Confounders

When too few studies are available to draw conclusions about associations with a high evidential value, there is a chance that the connection is not causal, but that here so-called confounders are involved. These are factors that disturb, cause or even turn around the causal connection. In this way, people who pursue a sportive lifestyle, eat healthily and have no overweight may happen to be the ones who consume a lot of milk or cheese. The Dutch Health Council is convinced that hardly any confounders are involved in the connections between dairy consumption and a lower risk of colorectal cancer and type 2 diabetes. Now that other health effects than expected are found in the consumption of dairy products, a new question arises based on the nutrients present, being ‘Why do dairy products protect against cardiovascular diseases despite the fact that they contain saturated fat and, in the case of cheese, even a substantial amount of salt?’

The matrix effect

We do not eat nutrients, we eat food products and usually in combination with other food products during a meal. A food product has a physically and nutritionally complex structure that has influence on the digestion of the food product and the absorption of the nutrients. The effects of the structure of a food product are also defined as matrix effects. Matrix effects can also change the bioactive properties of nutrients.

Publication of the dairy matrix

Is it possible to explain the ‘surprising’ health effects of dairy described above by the matrix effects? This was discussed in a multi-day workshop attended by 18 international scientists of different disciplines in Denmark late 2016. The objective of the workshop was to more securely define the term dairy matrix and to get an overview of the knowledge gaps. These may then serve as a source of inspiration for further research into the dairy matrix. The results of the high level workshop were recently published in the American Journal of Clinical Nutrition.¹ The publication in this renowned journal shows that there is a broad support base among fellow scientists about the findings concerning the dairy matrix.

the_food_matrix_food_is_more_than_the_sum_of_its_nutrients_cheese

Dairy matrix

Dairy products differ from each other with respect to nutrients and structure. Although cheese has a high fat content, the further composition of cheese is more similar to that of yoghurt and milk than to that of butter where protein, vitamins and minerals are concerned, of course with different amounts. The fat in dairy cannot be considered without taking the biological membrane that encloses the fat drops in milk, the milk fat globule membrane (MFGM) into account. Yoghurt and cheese are both fermented dairy products with bacteria that possibly produce bioactive peptides and short-chain fatty acids (SCFAs). When looking at the structure, cheese has a solid structure, yoghurt a gel-like structure and milk a liquid structure. Due to the different production processes, many other differences can be mentioned. Because of the differences in composition and structure of dairy products, the participants of the dairy matrix workshop thought it to be likely that other health effects from dairy products can be expected than from the intake of individual nutrients.

Calcium

A good example of a matrix effect is the difference in the health effects of calcium in the form of a supplement and calcium present in dairy. In the Background Document Food Supplements for the Dietary Guidelines, the Health Council of the Netherlands has studied the effects of calcium supplements on health. The conclusions are given below.

  • A daily use of 2 gram calcium supplements lowers the systolic blood pressure by about 2 mm Hg, but it increases the risk of coronary heart diseases by about 30% (high evidential value)
  • The use of calcium supplements increases the risk of intestinal cancer (in particular with elderly people; low evidential value)
  • An effect of calcium supplements on LDL cholesterol is unlikely
  • The use of calcium supplements lowers the risk of hip fractures, in particular with postmenopausal women (low evidential value)

When comparing the effects of calcium supplements with the effects of dairy, it is notable that supplements (so only calcium) increase the risk of cardiovascular diseases and raise the risk of intestinal cancer with elderly people. This while dairy intake is particularly associated with a lower risk of cardiovascular diseases and intestinal cancer.

Saturated fat

Similar differences in health effects are also observed for saturated fat and full-fat dairy, as described at the beginning of this article. How can the dairy matrix explain these differences? A possible explanation is that the concentration of blood lipids drops because of a decrease of the fat absorption in the small intestine. There are indications that calcium, phosphorus, milk fat globule membrane (MFGM) and starter cultures in fermented dairy products have influence on the blood lipids response by saturated fat. During the matrix workshop it was suggested that the MFGM may play a role in the regulation of the blood cholesterol. This justifies a plea for more studies in this area.

the_food_matrix_food_is_more_than_the_sum_of_its_nutrients_yoghurt

Structure matrix

Apart from the interaction between nutrients, the structure of a food product may have an effect on the absorption of nutrients, saturation and/or other health aspects. For instance, the consumption of yoghurt or drinking yoghurt takes away the sense of hunger more than the consumption of milk-based drinks or fruit drinks does. This was shown in a comparative study in which the appearances and energetic values of the products resembled each other as much as possible.² More such matrix effects due to the structure of dairy have been described in literature, such as the different effects of various protein sources (dairy, meat, fish, egg and plants) in connection with the risk of type 2 diabetes.³

Conclusions concerning the dairy matrix

There seems to be sufficient evidence that the dairy matrix shows specific health effects that cannot be explained by the individual nutrients from dairy. For instance, full-fat dairy consumption has an effect on maintaining a healthy body weight and lowers the risk of cardiovascular diseases, type 2 diabetes and poor bone health, which effect cannot be traced back to nutrients. There are indications that the structure of dairy products causes interactions in the dairy matrix that may lead to various positive metabolic reactions. The 18 scientists who participated in the workshop about the dairy matrix reached the following final conclusion: The nutritional value of dairy products is more than the sum of the nutrients. As there still are many knowledge gaps, it is desirable to do more research into the area of the food matrix. Dietary guidelines must be focused more on health effects of food products as a whole instead of just nutrients. A nice example of this are the most recent Dutch Guidelines for a Healthy Diet from 2015.

References
  1. Kongerslev Thorning et al. Whole dairy matrix or single nutrients in assessment of health effects: current evidence and knowledge gaps. Am J Clin Nutr 2017, doi: 10.3945/ajcn.116.151548
  2. Tsuchiya et al. Higher satiety ratings following yogurt consumption relative to fruit drink or dairy fruit drink. J Amer Diet Assoc 2006;106:550-7
  3. Comerford et Emerging evidence for the importance of dietary protein source on glucoregulatory markers and type 2 diabetes: different effects of dairy, meat, fish, egg and plant protein foods. Nutrients 2016;8:446

Gunilla Boomsma: ‘Gezond eten, denk niet zwart-wit, maar denk grijs!’

gunilla-boomsma-gezond-eten-denk-niet-zwart-wit-maar-denk-grijs

Zwart-witdenken, ik heb er als diëtist dagelijks mee te maken. Iedere dag lees je wel iets nieuws over voeding; alarmerende berichten over suiker, E- nummers, zuivel of andere  basisproducten die ineens heel erg gezond of juist heel ongezond zijn. Veel mensen zijn vatbaar voor de meest uiteenlopende adviezen en gaan erg ver als het gaat om hun voedsel. Voeding wordt op die manier ingedeeld in goed en slecht of in verboden en toegestane producten.

Het DIEET zelfst.naamw.

Het woord dieet wordt in het woordenboek gedefinieerd als: “regels voor wat je wel en niet mag eten en drinken”. Goh, wat klinkt dat al vervelend. Ik moet me aan “regels” houden en ik mag iets wel of niet meer eten. In mijn ogen gaat het daarom vaak mis. Logisch denken slaat door die strenge houding om in zwart-wit denken. Het gevolg: mensen volgen een nieuw modedieet met zeer strenge regels, stoppen daarmee omdat ze het niet vol houden, en het gevolg van het tijdelijke dieet is dat ze bepaalde producten/voedingsgroepen opeens helemaal niet meer eten. ‘Ik eet geen brood meer want dat mocht niet in dat dieet’, ‘en vooral geen gluten, geen zuivel, geen vlees, geen ei, en al helemaal geen koolhydraten want daar wordt je volgens dat andere dieet dik van.’ Al deze regels trekken een eetpatroon vaak compleet uit balans waardoor het niks meer met gezondheid te maken heeft. Mensen raken dan totaal verdwaald in voedingsland, waarbij de middenweg – “grijs” – niet meer bestaat.

Opnieuw leren eten

Laatst kreeg ik iemand op consult die als doel aangaf; “ik wil opnieuw leren eten”. Deze dame in kwestie at geen koolhydraten meer en was de weg volkomen kwijt over wat er nu wel of niet goed was. In haar bijgehouden eetdagboek zag ik dat ze koolhydraat-arm brood at, maar ze belegde die boterham met, tot mijn grote verbazing, vruchtenhagel! Dat bestaat voor ongeveer 98% uit suiker en dus koolhydraten! Als je minder koolhydraten wilt gaan eten, moet je wel weten waar ze inzitten en welke koolhydraten je beter kan vermijden en welke niet. Schrap je dan alles voor het gemak, waardoor je alleen nog maar vet en eiwitten eet en de voeding helemaal uit balans is?

Kijken naar het grotere geheel

Voedingsstoffen zijn essentieel voor het lichaam en door het vermijden van veel voedingsmiddelen loop je een groot risico op tekorten. Maar dit betekent niet dat we heel moeilijk met eten moeten omgaan. Voeding is zoveel meer dan het etiket napluizen op ingrediënten en calorieën tellen. Het is een essentieel onderdeel van ons leven en bestaat uit goede en minder goede voedingsmiddelen. In mijn adviezen probeer ik mensen die te veel zwart/wit denken weer anders te laten kijken naar voeding; meer naar het grotere geheel. Neem bijvoorbeeld de avocado. Die wordt gezien als super gezond. Maar als ik alleen avocado’s zou eten, is dat eenzijdig en niet gezond. Of een stroopwafel; ongezond en een dikmaker. Maar niet als je er maar één in de week eet! Dan kan het best. Het voordeel van deze aanpak is dat ze op een meer relaxte en flexibelere manier met voeding leren omgaan.

Het geheel bepaalt of iemand gezond eet

Vaak volgen we massaal streng opgelegde voedingsregels waarbij losse producten worden geschrapt of juist opgelegd, want deze hebben nou eenmaal het label ‘(on)gezonde voeding’ meegekregen. Ik vind het volstrekt zinloos om losse producten te labelen als ‘goed’ of ‘slecht’. Het geheel van de voeding bepaalt of iemand gezond eet. Er bestaat tenslotte geen enkel voedingsmiddel waarin alle voedingsstoffen zitten die het lichaam nodig heeft. En daarom moeten we dus gevarieerd eten.

Blijf genieten en denk meer grijs!

Mijn advies is ook om van voeding te genieten! Te obsessief omgaan met gezonde voeding en het geforceerd vermijden van ‘ongezonde voeding’ lijdt vaak tot stress en vervelende situaties die niet goed zijn voor het welbevinden. Een keertje lekker uitgebreid uit eten gaan, kan prima. Want één ongezonde maaltijd maakt je niet ongezond of dik, net zoals één gezonde maaltijd je niet gezond maakt. Wil je continue bezig zijn met goede of slechte voedingsmiddelen of wil je een gevarieerd volwaardig eetpatroon vinden waarmee je kunt leven? In het laatste geval is het vooral zinvol om meer grijs te gaan denken en te stoppen met zwart-wit denken!

gunilla_boomsmaGunilla is sportdiëtist, en heeft inmiddels 12 jaar haar eigen praktijk “Boomsma Sportdiëtist”  in Haarlem.  Ze heeft ervaring in het begeleiden van een breed scala van (top)sporters. Gunilla is tevens sportdiëtist binnen de KNZB afdeling synchroonzwemmen en bij de A-selectie van voetbalclub AZ. Naast individuele adviezen geeft ze onder meer voedingsworkshops binnen bedrijven, scholen en sportverenigingen. Gunilla heeft een actief topsportverleden in baanatletiek en ze heeft 11 jaar lang deel uitgemaakt van de Nationale langlaufselectie. Momenteel is ze nog steeds actief met hardlopen en wielrennen.